
De jaren 1926 -1942
J.P.G. Kok
Veendammer Hypotheekbank.
Eigenaren: N. V. "Centrale Bank" gevestigd te Veendam 1926 - 1928. N. V. Bouw- en Handelmaatschappij "Alvana" gevestigd te Amsterdam 1928 - 1933.
N.V. "de Nederlandsche Spaarbank" gevestigd te Groningen, kantoorhoudend te Schiedam 1933 - 1942. Johannes Pieter Hendrik Woltman 1942.
Johannes Petrus Godefridus Kok (Nieuwer Amstel, 19 oktober 1896 - Heemstede, 30 december 1965, 69 jr.)
Zoon van Johannes Petrus Kok (1871 -1959), diamantslijper, later kruidenier, en Elisabet Aartje van den Hazenkamp (1872 -1946).
Johannes Petrus Godefridus Kok liet meestal de 'G' van Godefridus weg.
Getrouwd Amsterdam 22 november 1917 met:
Susanna Francisca Maria Haije (Amsterdam, 28 november 1897 - Haarlem, 1990, 93 jr.)
Dochter van Jacobus Johannes Haije (1865 - 1942), conciërge, en Johanna Frederika Pijl (1867 - 1920).
Kinderen:
Johanna Juliana Wilhelmina (Ans) (Amsterdam, 23 juli 1919)
Levenloze dochter. Haarlem, 27 augustus 1920
Elisabeth (Beb) (Schoten, 21 augustus 1921)
Jan (Schoten, 15 oktober 1922)
Astrid Susanna Francisca Maria (Haarlem, 30 oktober 1937 - Velsen, 8 februari 1941, 3jr,)
Rudi (Haarlem, 23 mei 1941 - Heemstede 4 januari 1944, 2jr,)
Johannes Petrus Godefridus had een oudere zus, Anna Elisabeth (oktober 1892) en broer, Cornelis (oktober 1893). In juli 1902 werd de jongste broer, Petrus, geboren.
Papa Johannes Petrus was diamantslijper. Hij was sinds 1898 lid van de ANDB (Algemeene Nederlandse Diamantbewerkersbond). Dit was verplicht, anders kon je het vak niet uitoefenen. De ANDB kreeg overigens veel dingen voor elkaar, waaronder ziekte- en werkloosheidsuitkering, pensioen, afschaffing kinderarbeid, en gelijke betaling voor vrouwen. Veel leden bleven lid, ook als ze ander werk hadden gevonden. Dit was omdat alleen kinderen van ANDB leden mochten worden opgeleid in het vak. Wanneer er werk was hadden ze een zeer behoorlijk inkomen. Maar er waren ook regelmatig tijden dat er geen werk was, dit hing o.a. af van de diamantaanvoer. De meeste leden waren Joods. Alle mensen die niet Joods waren werden voor het gemak 'christenen' genoemd. Deze christenen bewerkten meestal de wat kleinere stenen. De familie Kok was Rooms Katholiek.
In augustus 1907 werd Cornelis door zijn vader in de fabriek H. Roelina (Rozengracht 168) opgeleid tot brillantversteller. 23 maart 1910 slaagde hij voor zijn examen. April 1911 begon J.P.G. zijn loopbaan, eerst bij zijn vader in Roelina, later bij Kampfraath (Albert Cuypstraat 2-6). 3 september 1914 haalde hij zijn examen als brillantslijper. Jongste zoon Petrus ging naar de MULO en werd kantoorbediende.

Stoomdiamantslijperij Kampfraath
Na 1950 van A. van Moppes.
ca. 1950
Diamantberwerkers in 1913.
Verstellers zaten altijd aan het raam en
snijders met hun rug naar het raam.
Leerlingenkaart
Cornelis
Leerlingenkaart
J.P.G.
De jongens zaten maar kort in het vak. In de eerste wereldoorlog werd er goed verdiend. Maar na de oorlog, toen de handel in Antwerpen weer opbloeide, bleken de Amsterdamse vaklieden (dankzij hun goede vakbond) te duur en was er voor hen bijna geen werk meer. 'Geschrapt 2e lid art. 6'
bekende dat het lidmaatschap verviel 'voor die leden, aan wie het Bestuur, uit hoofde van hun uittreding uit het diamantbewerkersvak, of wegens hunne gebleken voortdurende lichamelijke of andere ongeschiktheid tot uitoefening van dit vak, het lidmaatschap heeft opgezegd'. Ze konden daarna weer lid worden maar hadden dan de eerste drie maanden geen recht op uitkeringen bij ziekte of ongeval.
Ledenkaart ANDB
Cornelis.
Voorkant.
Ledenkaart ANDB
Cornelis.
Achterkant.
Ledenkaart ANDB
J.P.G..
Voorkant.
Ledenkaart ANDB
J.P.G..
Achterkant.
Zowel Cornelis als J.P.G hadden, gezien hun ledenkaarten, weinig werk. Cornelis moest in 1914 in militaire dienst. Hierna keerde hij niet meer terug in het vak. Hij werd kantoorbediende.
6 augustus 1914 trouwde Anna Elisabeth Kok te Amsterdam met Jacobus Johannes Haije (maart 1892), kantoorbediende. Zij was 21 en hij 22 jaar.
Hij was een zoon van Jacobus Johannes Haije (1865 - 1942), kruier, later kantoorloper en conciërge, en Johanna Frederika Pijl (1867 -- 1920).
Naast oudste zoon Jacobus Johannes hadden ze nog vijf kinderen, Johannes Frederik (1894), Susanna Francisca Maria (1897), Johanna Frederika
(1901) en Wilhelmina (1905). Johanna Frederika stierf in 1907, een maand voor ze zes jaar werd. Het laatste meisje (1908) werd ook Johanna Frederika genoemd. De familie Haije was Hersteld Evangelisch Luthers.
Hoewel vader Kok regelmatig veel werk had als diamantslijper had hij in de van Oldebarneveldtstraat 33 daarnaast een melkslijterij om de slappe tijden op te vangen.
Ledenkaart ANDB
Johannes Petrus
Achterkant.
April 1917 werd er een advertentie geplaatst van J.P.G. Kok. Hij had een winkel in boter, kaas, eiereren, kruideniers- en grutterswaren op het Staringplein 8.
Amstelbode
07 04 1917
22 november 1917 trouwde J.P.G. Kok te Amsterdam met Susanna Francisca Maria Haije. Hij was 21 en zij 19 jaar. Ze was de oudste dochter van
Jacobus Johannes Haije en Johanna Frederika Pijl. Ze gingen wonen op het Staringplein 8.
Huwelijksakte
Vader Kok heeft als beroep winkelier
Volgens het adresboek van Amsterdam woonden ze van 1917 tot 1919 op dit adres. Ze hadden ook telefoon. Kok had nu een winkel in Koloniale Waren en Comestibles. Onder koloniale waren verstond men koffie, thee, cacao, tabakswaren, rietsuiker en tropische specerijen. Comestibles waren fijne kruidenierswaren.
31 oktober 1918 trokken zijn schoonouders en de twee schoonzusjes Johanna Frederika en Wilhelmina bij hen in. Waar J.P.G. Kok nu woonde is onduidelijk. Op zijn registratiekaart staan na Staringsplein 8 nog vier adressen vermeld, de 1ste Helmersstraat 275 II, de Lauriergracht 89 hs, de van Oldebarneveldtstraat 68 I en het DaCostaplein 1 hs.
Registratiekaart
Amsterdam.
familie Haije
Registratiekaart
Amsterdam.
familie Kok
22 mei 1919 trouwde broer Cornelis Kok te Amsterdam met Maria Wilhelmina Beugeling. Hij was kantoorbediende, 25 jaar oud, zij was 22.
J.G.P. Kok en zwager Jacobus Johannes Haije waren getuigen. J.P.G. Kok woonde volgens de akte niet in Amsterdam maar in Schoten, wat raar is.
Huwelijksakte
Vader Kok heeft als beroep diamantslijper.
Volgens de registratiekaart van Kok lijkt het erop dat hij, zijn vrouw, zijn schoonouders en de twee schoonzussen al in februari 1919 inderdaad tijdelijk naar Schoten zijn gegaan. Dit zou dan zijn naar de Spaarnhovenweg 22. Hoe ze dat deden met hun werk, J.P.G. met zijn winkel en (schoon)vader Haije als kantoorlooper is onbekend.
23 juli 1919 werd, in Amsterdam, dochter Johanna Juliana Wilhelmina (Ans) geboren. Zij werd ingeschreven als Hervormd Luthers, net als haar moeder.
8 oktober 1919. (Schoon)vader Haije en zijn gezin vonden woonruimte in de Koogstraat 7 II te Amsterdam. Het gezin Kok woonde op hun beurt nu een paar maanden bij hen in.
1920
In april 1920 kwam er duidelijkheid over het tijdelijk vertrek naar Schoten. De mooie zaak in Koloniale Waren met telefoonaansluiting was failliet.
De Amsterdammer
23 04 1920
De Amsterdammer
06 05 1920
3 februari 1920 werd het gezin Kok uitgeschreven uit Amsterdam en vertrokken ze naar Haarlem, Molenaarstraat 47.
12 mei 1920 was de officiële inschrijving in Haarlem. J.P.G. vertrok als winkelier en kwam aan als makelaar.
Gezinskaart Kok
Haarlem
17 maart 1920 overleed te Amsterdam (schoon)moeder Johanna Frederika Haije. Ze werd 52 jaar.
Op de Molenaarstraat opende Kok een makelaarskantoor onder de niet zo originele naam 'Mercurius'. Het eerste huis wat hij aanbood kostte F. 14.200. Hypotheek beschikbaar.
Het nieuws van den dag
24 04 1920
27 augustus 1920 beviel Susanna van een levenloos meisje. Het gezin woonde nu op de Kleverparkweg 191 te Haarlem.
Uit de gezinskaart blijkt dat het gezin officieel in december 1920 vertrok naar Zandvoort. Het vele verhuizen zou een constante blijven in hun leven.
Maar al in november plaatste Kok een advertentie voor een villa in Zandvoort en twee huizen in Haarlem. Zijn adres was Dr. Joh. Mezgerstraat 38
te Zandvoort.
De Telegraaf
15 11 1920
Algemeen Handelsblad
15 11 1920
De Telegraaf
16 11 1920
1921
Het huizenaanbod werd groter.
De Telegraaf
18 01 1921
7 maart 1921 werd de akte van oprichting van de N.V. Noord-Hollandsche Hypotheekbank in de Staatscourant gepubliceerd. De hoofdzetel was gevestigd in Amsterdam. Directeur was de heer J.W. P. Kardoes, oprichter en één van de vier commissarissen J.J. Woltman, directeur van de Veendammer Hypotheekbank. Al op 19 maart 1921 had J.P.G. Kok het agentschap van de Noord-Hollandsche Hypotheekbank bank voor Haarlem en omstreken. Kok had volgens eigen zeggen in 1921 ook voor het eerst zakelijk contact met De Veendammer Hypotheekbank. Pas in 1923 ontmoette hij Woltman sr. persoonlijk (rechtbankzitting 16 06 1928).
Algemeen Handelsblad
14 03 1921
Kok noemt zich nu
naast makelaar
ook bouwkundige.
De Telegraaf
19 03 1921
Het adres van Kok was nu Dr. Leydsstraat 72, Schoten. Een maand later woonden ze in Zandvoort, Koninginneweg 19, maar was er een adres (Directiekeet) aan het Raadhuisplein 1 te Schoten. Eind Juni was het weer omgekeerd, en had Kok een Postbox in Zandvoort.

De courant
30 04 1921

De courant
01 06 1921
Algemeen Handelsblad
04 06 1921
Algemeen Handelsblad
29 06 1921
Kok kocht nu als 'bouwkundige' grond op om er zelf huizen te laten bouwen. Het begon met 2 huizen in de gemeente Zandvoort. De gemeente kreeg hiervoor geld uit de 's Rijks kas. De woningen moesten aan strenge voorwaarden voldoen. De plannen van Kok werden nader bekeken omdat het aantal kubieke meters te groot was. Uiteindelijk werd in september 1921 alsnog de F. 4000 uitgekeerd.
De uitschrijving van het ministerie van Arbeid
Nederlandsche
staatscourant
07 12 1920
De voorwaarden.
Zandvoort / Kok
nr. 263.
Nederlandsche
staatscourant
01 07 1921
Zandvoort / Kok
nr. 263.
Nederlandsche
staatscourant
01 07 1921
21 augustus 1921 werd, te Schoten, dochter Elisabeth (Bep) geboren.

Het adres was Raadhuisplein 22.
Haarlem's Dagblad
07 09 1921
1922
Na het succes met het bouwen van twee huizen in Zandvoort zag Kok grootse mogelijkheden in Schoten. De gemeenteraad van Schoten had het plan veel volkswoningbouwcomplexen voor arbeiders te bouwen met veelal goedkope woningen. Het moest alles wel het karakter van een tuindorp krijgen. Er waren een paar grote woningbouwverenigingen, waaronder 'Eigen haard' en 'St. Bavo', dezen kregen geldelijke steun van de gemeente. Maar er waren ook particuliere initiatieven, zoals van Kok. De grondprijs in Schoten was laag, de opbrengsten en bouwvrijheid groot. Al moesten alle woningen voldoen aan door het Rijk voorgestane ‘minimumeisen’ (zoals hierboven te lezen in de Nederlandsche staatscourant van 01 07 1920).
Op de kadestrale kaart van Schoten uit 1922 kun je zien hoeveel nog onbebouwd was. Het nieuwe raadhuis van Schoten werd in 1906 gebouwd aan de Rijksstraatweg. Recht tegenover, aan de andere kant van de Rijksstraatweg, kwam het Raadhuisplein.
A= Raadhuisplein
B= Timorstraat
C= Lokatie Geko
Kadastrale kaart
Schoten 1922
Haarlem's Dagblad
17 05 1922
Plattegrond van de nieuwbouw langs de
Floresstraat. 213 woningen naar plannen en voor rekening van bouwbureau Kok.
Niet alles van deze plannen werd gerealiseerd.
Kok werkte samen met architect Rutger van der Ploeg.
Haarlem's Dagblad
03 02 1922
Haarlem's Dagblad
18 03 1922
Haarlem's Dagblad
22 04 1922
Verslag vergadering gemeenteraad Schoten over de uitbreiding. De eerste noordelijke dwarsstraat van de Zaanenlaan kreeg de naam Fuhrhopstraat.
Ook hier zou Kok huizen laten bouwen.
Vergadering gemeenteraad.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 21 04 1922
Kok laat nog eens 20
huizen bouwen. Dit gaat
over de Fuhrhopstraat.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 27 06 1922
1 mei 1922 werd in de Nederlandsche staatscourant de oprichtingsakte van de N.V. Beleggingsmaatschappij 'Noord-Holland' te Amsterdam gepubliceerd. De bank was opgericht door Kok.
Juni 1922 had Kok weer een telefoonaansluiting (nog steeds vrij zeldzaam in die tijd). Het gezin was verhuisd naar Raadhuisplein 24 - 26.
Haarlem's Dagblad
24 06 1922
Haarlem's Dagblad
28 06 1922
Raadhuisplein. Helemaal links
een stukje van nr. 24.
1922
Fuhrhopstraat
Ca. 1923
Volgens het adresboek van Haarlem 1923 (wat gaat over het jaar 1922) woonde J.P.G. Kok en zijn gezin Raadhuisplein 24. Kok noemde zich nu bouwkundige en assuradeur. Het kantooradres was volgens alle advertenties 24-26, maar zwager J.J. Haije (nog steeds kantoorbediende) en zijn vrouw
Anna Elisabeth Kok woonden officieel Raadhuisplein 26. Ze hadden drie jonge kinderen (geboren in 1915, 1917 en 1921). Ook zwager J.F. Haije (kantoorbediende) woonde met zijn gezin aan hetzelfde pleintje, op nr. 12. Broer Cornelis Kok, zijn vrouw en dochtertje (1921) gingen wonen op de Fuhrhopstraat 11. Deze woningen waren net door bouwbedrijf Kok gerealiseerd. Cornelis was geen kantoorbediende meer maar bouwkundig opzichter. Ook de ouders van Kok verlieten Amsterdam in 1922 en woonden nu op de Fuhropstraat nr.16. Later vertrokken ze naar de Haisma Mulierstraat. J.P.G. Kok had een goudmijn aangeboord en hielp de familie aan huizen (en banen) zodat ze konden meeprofiteren.
Haarlem's Dagblad
02 08 1922
Woning- en
Bouwbureau J.P. Kok.
Haarlem's Dagblad
09 09 1922
Haarlem's Dagblad
25 09 1922
11 september 1922 werd de oprichting van N.V. Bouwmaatschappij 'Castor', te Amsterdam, in de Nederlandsche staatscourant vermeld.
Villa's, Heerenhuizen en Burgerwoonhuizen.
Haarlem's Dagblad
12 10 1922
15 oktober 1922 geboorte te Schoten van zoon Jan.
In november kreeg Kok vergunning om een garage te bouwen achter Floressrraat 1. Je ziet dat behalve de woningbouwverenigingen, ook veel particulieren huizen lieten bouwen.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 03 11 1922
Nog meer huizen werden gebouwd. Nieuw was een 'Huurkoop-systeem'.
Haarlem's Dagblad
04 11 1922
Nog steeds agent
Noord-Hollandsche
Hypotheekbank.
Haarlem's Dagblad
24 11 1922
Het huis Dr. Joh. Mezgerstraat 38 te Zandvoort werd geveild.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 27 11 1922
Laatste advertentie
van het jaar.
Haarlem's Dagblad
24 11 1922
En de eerste
advertentie van
het nieuwe jaar.
Haarlem's Dagblad
27 01 1923
1923
31 januari 1923 werd de oprichtings akte van de N.V. Bouw- en Handelsmaatschppij "Atilla", te Amsterdam, gepubliceerd in de Nederlandsche staatscourant no. 21. Enige aandeelhouders waren J.J. Woltman en J.P. G. Kok.
Over de lelijke bouw in Schoten, maar ook wat mooie projecten.
Haarlem's Dagblad
24 02 1923
In deze advertentie verkocht Kok ook bouwterreinen voor winkelhuizen aan de Rijksstraatweg. Pikant gezien de problemen die hij zelf kreeg met een ontwerp voor een winkel op de verkeerde plek aan de Rijksstraatweg.
De Telegraaf
11 02 1923
Kok werkte nu met architect Hendrikus (Henk) Lamberts. Deze ontwierp een woonhuis en winkelwoning hoek Rijksstraatweg 19-21 en een garage met bovenwoning en woonhuis Raadhuisplein 1R-1AR. Zij werden opgeleverd begin 1924. Lamberts ontwierp ook de huizen aan de Haitsma Mulierstraat. Later zou hij in opdracht van Kok het GEKO gebouw ontwerpen.
Ontwerptekening
van de panden door
H. Lamberts.
Beganegrond-plan
H. Lamberts.
De trotse eigenaar van een tabakszaak voor
zijn winkel Rijksstraatweg 21.
Vademecum der bouwvakkers
maart 1927
Raadhuisplein. In het midden
met torentje het Raadhuis.
Rechts nr. 1R, nu garage 'Herivaim' met benzinepomp en texaco oliën.
1924
De bouw van deze panden was niet zonder slag of stoot gegaan. 26 juni 1923 werd er afwijzend beschikt over het ontwerp door B. en W. Er waren twee winkelhuizen bedacht aan de Rijksstraatweg wat niet in lijn was met de plannen van de gemeente. Het bouwen van winkels zou een verslechtering zijn van het welstandspeil op dit gedeelte. Een winkel mocht alleen op een hoek geplaatst worden. Na veel gesteggel, verzoekschriften van Kok, en overleg werd eind juli de bouw goedgekeurd. Met dien verstande dat alleen het hoekhuis een winkelfunctie kreeg.
Een verzoek van de heer Lammersma, ook om een winkelhuis te mogen bouwen aan de Rijksstraatweg werd uiteindelijk afgekeurd. Een zelfde verzoek van de heer Schouten, nu ging het om twee winkelhuizen aan de Rijksstraatweg, werd ondanks de zeer fraaie ontwerptekeningen ook afgekeurd.
De redenatie van B. en W.
voor het afwijzen van
het verzoek van Lammersma.
Haarlem's Dagblad
15 06 1923
Terzelfder tijd wilde Kok van de gemeente een stuk grond kopen in de Schoterveenpolder. Er zouden arbeiderswoningen moeten komen, maar de Raad vreesde dat de woningen te duur verhuurd zouden worden. 9 juli trok Kok zijn verzoek tot aankoop in. Tot verdriet van sommige raadsleden, de gemeente kon het geld goed gebruiken.
Haarlem's Dagblad
29 06 1923
Haarlem's Dagblad
27 07 1923
Ondertussen was J.J. Haije al sinds maart 1923 administrateur van bouwbedrijf Kok en verhuisd van het Raadhuisplein 26 naar de Fuhrhopstraat 18.
Haarlem's Dagblad
03 03 1923
We horen ook weer eens wat van B.V. Beleggingsmaatschappij 'Noord-Holland'.
6 april 1923 in Hotel Royal te Haarlem werd een proces verbaal opgemaakt van het verhandelde in een vergadering van aandeelhouders. De statuten waren namelijk een dag daarvoor gewijzigd. Aanwezig waren: J.P.G. en C. Kok, J.J. Woltman, mr. F.J. Tjabbes, J.W.P. Kardoes, P.B. ter Laag, J.J. Haije en ene C.J.A. Bredius, een grondeigenaar uit Schoten. Het ging o.a. om het uitbreiden van het geplaatste kapitaal. J.J. Haije en C. Kok vroegen en kregen eervol ontslag als commissaris. De anderen werden herkozen, allen met algemene stemmen, behalve Bredius die net genoeg kreeg. Kardoes zat de vergadering voor, maar verwijderde zich met Woltman en Tjabbes zonder opgave van reden vòòr het sluiten van de acte (ze zullen de trein hebben moeten halen). Getuigen waren de oberkellner en kelner.
Het Centrum
21 04 1923
Per 1 mei 1923 verhuisde Kok met kantoor en gezin naar het hoekhuis met als huisnummers Rijksstraatweg 2 en Floresstraat 1 (waar Kok eerder een garage achter had laten bouwen).
Het hoekpand. 19 februari 1925 verkocht door de B.V. Beleggings Mij. 'Noord-Holland'
aan sigarenhandelaar J. van der Weele ã F. 25000. Commissarissen waren in 1925: J.J. Woltman, mr. F.J. Tjabbes, J.W.P. Kardoes en P.B. ter Laag.
Foto's 1925
Niet alleen het bouwbedrijf werd meeverhuisd. Ook de andere N.V.s , waaronder de Beleggingsmaatschappij Noord-Holland waarvan Kok directeur was.
Zwager J.F. Haije was nu directeur van zowel Bouw- en Handelsmaatschppij 'Atilla' als Bouwmaatschappij 'Castor'.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 14 04 1923
De Telegraaf
04 05 1923
Kok noemt zich
'beëdigd makelaar'.
Haarlem's Dagblad
31 05 1923
Haarlem's Dagblad
31 05 1923
Er werd een dagmeisje gevraagd.
Haarlem's Dagblad
15 05 1923
Het bouwbedrijf en architect H. Lamberts zaten op kamer 3 van de Rijksstraatweg 2. Lambert ontwierp ook de villa's op de Zaanenlaan.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 16 05 1923
Algemeen Handelsblad
02 06 1923
Ter gelegenheid van de feesten rond de verjaardag van koningin Wilhelmina werd het huis op de Rijksstraatweg versierd met gaslicht. Er werd hiervoor speciaal een nieuwe gasaansluiting aangelegd.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 23 08 1923
Advertentie van de N.V. Beleggings Mij. 'Noord- Holland'. Aan het eind van het jaar richtte Kok nog een hele trits bouwmaatschappijen op. Nu was het niet ongebruikelijk om voor elk bouwproject een afzonderlijke maarschappij op te richten, maar het kostte wel geld. De belangrijkste maatschappijen werden vermeld in de laatste advertentie van het jaar.
Haarlem's Dagblad
15 09 1923
Haarlem's Dagblad
07 12 1923
Haarlem's Dagblad
28 12 1923
22 oktober 1923 werd te Amsterdam Handelsmaatschappij Geko N.V. opgericht. Eerste directeur was Cornelis Kok. Enige aandeelhouders waren Woltman en J.P.G. Kok. Woltman schonk zijn aandelen aan zijn zoon Johan Woltman. Johan was nu 21 jaar. De zetel verhuisde 23 februari 1927 naar Kennemerplein 5 te Haarlem, mei 1929 naar Hilversum en augustus 1941 naar Den Haag. De handelmaatschappij bleef tot 1953 bestaan.
In het begin van het jaar 1923 schreef Kok zich in voor grote bouwkundige projecten, ook in Utrecht. In geen van de aanbestedingen werd de opdracht hem gegund. Het ontwerp voor de Haarlemschen Kegelbond was misschien een inspiratie voor de bouw van Geko.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 22 02 1923
Utrechtsche
courant
24 02 1923
Haarlem's Dagblad
01 03 1923
Nieuwe Haarlemsche
Courant 19 03 1923
Het gebouw van de kegelbond is af.
Haarlem's Dagblad
19 10 1923
Ook was Kok actief op veilingen om huizen en grond (ook buiten Haarlem) te kopen en later weer te verkopen.
1924
23 januari 1924 werd broer Cornelis Kok officieel beëdigd als makelaar. J.P. G. Kok noemde zichzelf in 1923 in twee advertenties ook beëdigd makelaar
(Van zijn beëdiging is nergens melding gevonden in de kranten).

Haarlem's Dagblad
23 01 1924
De gewone zaken gingen hun gangetje. Maar het jaar 1924 stond vooral in het teken van twee grote projecten. In het begin van het jaar van het GEKO-gebouw, en in juni van het jaar van de "Film-fabriek Actueel'.
Het Geko-gebouw was een groot complex onder architectuur van Lamberts aan de Spaarndamseweg, hoek Floresstraat. Het bestond uit een café- restaurant (nr. 35), met een biljartzaal en op de eerste verdieping een grote vergaderzaal (met podium) en een woning. Naast het café-restaurant een poort naar de garage achter en naast de poort nog vier woningen (nrs. 27-33). De garage had een werkplaats, showroom en een licentie voor de verkoop van Studebakers in Haarlem en Omstreken. Alle woningen en het café-restaurant hadden een grote tuin met schuurtje. Achter de garage waren twee tennisvelden. Oorspronkelijk was de aanvraag voor drie tennisvelden, maar een werd opgeofferd voor een garage. Aan de overkant van de straat kwam een aanlegsteiger aan het Spaarne. Officiële eigenaar van de grond was de Bouw-en Handelmaatschappij 'Atilla'. Directeur van de N.V. Geko, Cornelis Kok, ging met zijn gezin wonen op nr. 33. De huidige huisnummers zijn 406 - 414.
Tekening van het bouwplan.
Haarlem's Dagblad
09 01 1924
Tekening met precieze plek
van de garage.(De garage was op het laatste moment erbij bedacht).
Architect Lamberts 1924
Advertentie van de N.V. Beleggingsmaatschappij Noord-Holland.
De Telegraaf
19 03 1924
Het gezin Kok was blijkbaar al in april 1924 verhuisd naar de Bronsteeweg 32 in Heemstede. Gezien de twee advertenties die geplaatst werden voor een flink werkmeisje en een net meisje, zelfstandig kunnende werken. Voorwaarde was, zeer eigenaardig, dat ze katoenen japonnen droegen.
De kantoren bleven voorlopig op de Rijksstraatweg nr. 2.
Haarlem's Dagblad
04 04 1924
Haarlem's Dagblad
08 04 1924
De mensen werden alvast lekker gemaakt voor de opening van het Geko- gebouw en de garage:
Haarlem's Dagblad
12 04 1924
De bouw ging soepel. Alles werd goedgekeurd door de gemeente, behalve de dakramen van de garage die Kok van geribbeld Engels glas wilde hebben, die moesten gewoon van draadglas worden (wegens levensgevaar, 'een knaapje kan wellicht met een steen een dakraam breken en dan versplintert het'). Kok was zeer voortvarend, zoals een paar zure opmerkingen van ambtenaren op aanvragen bewijzen. Zoals op de aanvraag voor het steigertje, wat overigens goedgekeurd werd, 'Kok is oudergewoonte reeds begonnen'.
Briefhoofd van N.V. Handel
Mij. "Geko". (Cornelis Kok)
Briefhoofd van J.P.G. Kok.
Het Geko gebouw. V.r.n.l. Het café- restaurant, onder de toren de hoofdingang, ramen van de billiardzaal, het poortje naar de garage achter, en de vier woonhuizen. Het is natuurlijk een zwart/wit foto, van net na de oplevering, maar het geheel had een vrolijk aanzicht, met de rode bakstenen en de oranje tegels.
Veel is verpest, maar
het is nog herkenbaar.
Google Earth 2024.
4 mei 1924 was de feestelijke officiële opening.
Beschrijving van de opening en het gebouw.
Het Bloemendaalsch Weekblad 10 05 1924
Beschrijving gebouw maar vooral de garage en de studebakers.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 03 05 1924
Van de opening is een bioscoopfilmpje gemaakt, speciaal ter promotie van de studebakers. We zien de bloemstukken binnen gedragen worden, en Kok (waarschijnlijk J.PG. maar misschien Cornelis) wat uitleggen. Op het einde een paar seconden van een vrouwelijke bestuurder van een studebaker.
Ze lijkt op de foto van Susanna Kok-Haije. De film is niet al te scherp, maar toch zeer de moeite waard.

Dankbetuiging.
Haarlem's Dagblad
05 05 1924
Nette Jongen gevraagd.
Haarlem's Dagblad
06 05 1924
Van 10 tot en met 18 mei was er een Studebaker-expositie in het Brongebouw in Haarlem.
Het Bloemendaalsch Weekblad 17 05 1924
Het Bloemendaalsch Weekblad 03 05 1924
Ook het café-restaurant was nu open. Cornelis Kok vroeg en kreeg een drankvergunning.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 31 05 1924
Haarlem's Dagblad
14 05 1924
Ondertussen pleitte Kok voor het doortrekken van de elektrische tram naar oud-Schoten en het openen van een hulppostkantoor. Een jaar later was er nog steeds geen hulppostkantoor. Wel waren vast vijf gezinnen een huis uitgezet, maar het postbestuur vond op het laatste ogenblik het perceel te klein.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 10 05 1924
Het adres ter ondertekening.
Haarlem's Dagblad
13 05 1924
Haarlem's Dagblad
07 07 1925
24 juni 1924 ruilde J.J. Woltman zijn automobiel, een Brennabor (open, zwart donkerblauw, 6 zitpl.) in voor een Studebaker (helaas geen specificaties). Groninger kentekens.nl
Maar dit was niet het enige project waar Kok en architect Lamberts mee bezig waren. Kok kwam in contact met Alex Benno. Benno was acteur en later regisseur, producent en scenarioschrijver bij de Filmfabriek 'Hollandia'. Nadat 'Hollandia' in 1923 failliet was gegaan (en de Nederlandsche Credietbank meesleepte in haar val) werd Benno directeur van 'Duch Film Company', een voortzetting van 'Hollandia'. De filmfabriek of filmatelier (nu noemen we het filmstudio) was nog gevestigd in het oude gebouw van 'Hollandia' aan het Spaarne 57.
Na een paar maanden trad Benno af als directeur omdat het teveel van zijn tijd in beslag nam. Nu werd hij eigenaar van filmdistributeur Actueel Film. Net als de in april 1923 overleden directeur van filmfabriek Hollandia, Maurits Binger, dachten ook Benno en Kok groots. Het idee van Benno, om een filmatelier op te richten op het stuk grond achter de GEKO-garage, ook in bezit van Kok, viel dan ook in goede aarde. Om Kok en architect Lamberts een idee te geven van hoe een filmatelier eruitzag en functioneerde, had Benno hen mee naar de Universum Film AG in Berlijn genomen.
Haarlem's Dagblad
05 06 1924
Kunst en amusement
14 06 1924
Een schets van het filmatelier.
Haarlem's Dagblad
07 06 1924
Aanbesteding.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 06 06 1924
Haarlem's Dagblad
17 06 1924
Laagste inschrijving F. 34,990.
De Telegraaf
18 06 1924
20 juni 1924 vroeg Kok de vergunning aan voor de bouw van de filmfabriek op het terrein tussen de Delistraat en de Spaarndammerweg. Dit terrein lag achter de GEKO-garage, waar eigenlijk de tennisvelden zouden komen. Architect Lamberts had, zoals het altijd ging, de uitgewerkte tekeningen meegestuurd. Maar dit keer was er wat raars. Zie de formulieren, waarin een paar dingen opvallen. Het belangrijkste natuurlijk de bevestiging van zwager J.F.Haije (uit naam van Kok) van een telefoongesprek wat Kok had gevoerd met Gemeentewerken. In dat gesprek, op 10 juli 1924, deelde Kok mee af te zien van het bouwen van de film-fabriek. Interessant zijn de potloodaantekeningen. Bij de aanvraag staat 'Houd dit in de gaten' en bij de brief van Gemeentewerken aan B. en W. staat 'gelukkig!'. Verder noemde Kok het bouwproject raar genoeg een 'tijdelijk bouwen van een filmatelier met fabriek'. Tenslotte raamde hij de kosten lager dan de uitkomst van de aanbesteding (F. 34.000 tegen F. 34, 990).
Wat de beweegredenen voor de terugtrekking van de bouwaanvraag ook waren, het leven ging door.
Alex Benno was alweer reuze druk met zijn nieuwe film 'Mooi Juultje van Volendam' met in de hoofdrol Annie Bos. De binnenopnamen werden in de filmfabriek Belga in Brussel gemaakt, de buitenopnamen op locatie. De film kwam in november uit.
Hilarisch verslag
van de filmopnamen.
Haarlem's Dagblad
27 06 1924
Van de GEKO-garage met de Studebakers werd na juni 1924 niets meer vernomen. De licencie voor de verkoop van Studebakers was aan het einde van het jaar overgenomen door een andere garage. Ook deze garage hield in december een Studebaker Show in het Brongebouw...
Advertentie voor het restaurant en de garage.
Haarlem's Dagblad
07 06 1924
Laatste advertentie.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 21 06 1924
Haarlem's Dagblad
13 12 1924
Het restaurant en de verhuur van zalen liep goed. Ook Cornelis Kok handelde nu af en toe in huizen.
Haarlem's Dagblad
23 08 1924
9 september 1924 vroeg Kok een vergunning aan voor de bouw van een roggebroodbakkerij, op dezelfde plek als de beoogde filmfabriek. De bakkerij was natuurlijk stukken kleiner en eenvoudiger. De aanvraag werd goedgekeurd. Architect Lamberts maakte weer de bouwtekeningen. De bakkerij kreeg als nieuw huisnummer Spaarndammerweg 25-27. De toekomstige eigenaar van de bakkerij, de heer Ijzerman, moest nog heel wat veranderen aan de bouwplannen om het een goed werkende bakkerij te maken.
Tekening met precieze plek
van de bakkerij.
Architect Lamberts 1924
Nieuwe Haarlemsche
Courant 17 01 1925
Per 1 oktober was het nieuwe adres van makelaar en taxateur J.P.G. Kok en al zijn bedrijven Bronsteeweg 32 in Heemstede.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 30 09 1924
Cornelis Kok en zijn gezin verhuisde ergens na 23 augustus van de woning naast het GEKO-gebouw naar de Rijksstraatweg 86 M.
Architect Hendrikus (Henk) Lamberts maakte turbulente tijden door. Lamberts, uit Apeldoorn, was in juni 1922 getrouwd met de Haarlemse Clara Catharina Gijzen. Hij was toen 27 jaar. Ze gingen wonen in Haarlem, maar vertrokken in juni 1923 naar Schoten (Schoten was een aparte gemeente en werd pas in 1927 geannexeerd door Haarlem). In 1924 was hun adres Floresstraat 11, dat is een paar huizen verder van het kantoor op de Rijksstraatweg 2. Zijn vader, succesvol aannemer van metselwerken, veilde in mei 1924 huis en haard in Apeldoorn en trok met zijn vrouw in bij hun zoon en schoondochter in Schoten. 29 december 1924 werd,de akte van oprichting van de Bouw-en Handelsmaatschappij 'Pericles', te Amsterdam, afgedrukt n de Nederlandsche staatscourant. Eerste directeur was A.van Tooren, makelaar. 26 januari 1925 werd hij vervangen door J.C. Suerink, bouwkundige. Mei 1925 was Lamberts naast Suerink mede-directeur.
Kok was nog steeds actief op veilingen en bovendien in 1925 vaak als 'deskundige' aanwezig bij veilingen van huizen door notaris Wildschut in Algemeen Verkooplokaal Nieuwe Gracht 74. Een paar voorbeelden:
Den Haag.
De Maasbode
09 04 1924
Algemeen Verkooplokaal
Nieuwe Gracht.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 03 05 1924
Amsterdam.
De Telegraaf
06 05 1924
Baarn.
De Gooi-en Eemlander
23 08 1924
Schoten.
Haarlem's Dagblad
30 12 1924
1925
Eind 1924 werd Woningbureau en Makelaarskantoor 'HAKO' opgericht. Dit was van J.F. Haije. Hij en zijn gezin woonden nog steeds op het Raadhuisplein 12.
Haarlem's Dagblad
09 01 1925
26 januari 1925. 'Een dag meelopen met het werk van J.P. Kok' zou een goede titel zijn voor de volgende akten. Het begon met de aankoop van twee percelen nog onbebouwde grond in Schoten. Alle akten, acht in totaal, werden 26 januari 1925 opgemaakt door notaris Johannes Wildschut op de Nieuwe Gracht 74 te Haarlem.
Kadastrale kaart Schoten 1925
Hierboven blauw omkaderd het eerste perceel, kadastraal bekend gemeente Schoten sectie B nummer 6507, groot drie en twintig aren zes en zestig centiaren. Het ging om de oostzijde van de Rijksstraatweg hoeken Spaarnhovenstraat. Het stukje straat, in het verlengde van de Spaarhovenstraat naar de Rijksstraatweg, moest nog worden aangelegd. Zoals te doen gebruikelijk stond de aannemer de grond voor de straat kosteloos af aan de gemeente met betaling van de kosten voor de straataanleg, in dit geval F. 7035. Het tweede perceel was gelegen ten oosten van de Rijksstraatweg nabij de Padangstraat en Indische Straat, sectie B nummer 1219, groot een hectare negentien are zeventig centiaren, en eigenlijk nog weiland. Het lag in het witte stuk rechts op de kaart.
De twee percelen werden op deze dag, 26 januari 1925, gekocht van ene W. van Schie door de heer Johannes Petrus Godefridus Kok, bouwkundige wonende te Heemstede en Johan Frederik Haye, administrateur, wonende te Schoten, handelende in hun hoedanigheid van enige Directeuren van de te Amsterdam gevestigde N.V. Bouw-en Handelmaatschappy Atilla tezamen voor ƒ 40.600.-.
In de volgende akte werd er door de N.V. Bouw-en Handelmaatschappy Atilla een hypotheek afgesloten met heer J.W.P. Kardoes, directeur der N.V. 'Noord- Hollandsche Hypotheekbank', gevestigd te Amsterdam. Het ging om F. 50000- voor het tweede perceel.
Voor het eerste perceel diende Kok een aanvraag in, ook op 26 januari 1925, voor het bouwen van 10 woningen en 2 winkelwoningen met een garage.
Bouwtekening 1925
Google Earth.
2025
Maar nu het rare: Kok verdeelde dit op zich kleine perceel in drie gelijke stukken.
- Het eerste deel werd door N.V. Bouw-en Handelmaatschappy Atilla verkocht aan Jacobus Gerardus van den Bel, bouwkundige wonende te Overveen. Het stukje heette officieel: Een perceel bouwterrein gelegen te Schoten aan den Rijksstraatweg (oostzijde) uitmakende een ter plaatse afgescheiden gedeelte ter grootte van ongeveer zes honderd centiaren van het perceel kadastraal bekend gemeente Schoten sectie B nummer 6507, geheel groot drie en twintig aren zes en zestig centiaren, welk perceel bestemd is voor den bouw van vier woningen. Het kostte ƒ 14000.- Dit was aktenummer drie.
Akte nummer vier was het afsluiten van een hypotheek door Van den Bel over zijn net gekochte stukje grond met de heer Jan van Dorssen, wonende te Utrecht,voor zich en als, volgens zijne verklaring, mondeling gemachtigde van den Heer Christiaan van Dorssen, wonende te Utrecht, beiden Directeuren der N.V. Stichtsche Bankvereeniging, gevestigd te Utrecht. De hypotheek was ƒ 30.000.- en daarboven de renten en kosten begroot op zes duizend ƒ6000.-gulden-.
- Het tweede deel werd verkocht door N.V. Bouw-en Handelmaatschappy Atilla aan Hendikus Lamberts, bouwkundige wonende te Schoten. Het was een perceel bouwterrein op de hoek van den Ryksstraatweg en de geprojecteerde Spaarnhovenstraat (noordzijde) uitmakende een ter plaatse afgescheiden gedeelte ter grootte van ongeveer vier honderd vijftig centiaren van het perceel kadastraal bekend gemeente Schoten sectie B nummer 6507, met daarop te bouwen vier woonhuizen en een garage. Ook hier werd ƒ 14000.- betaald. Dit was akte nummer 5.
Akte nummer zes was het afsluiten van een hypotheek door Lamberts met de N.V. Stichtsche Bankvereeniging. De hypotheek was nu hoger. ƒ 31.500.- en daarboven de renten en kosten, begroot op zes duizend drie honderd gulden ƒ 6300.-
- Het derde deel werd in akte nummer zeven door N.V. Bouw-en Handelmaatschappy Atilla verkocht aan de heer Johan Carel Suerink, bouwkundige wonende te Schoten. Raadhuisplein 16, handelende in hoedanigheid van enig directeur van de te Amsterdam gevestigde N.V. Bouw- en Handelmaatschappij 'Pericles'. Het ging om een perceel bouwterrein op den hoek van den Rijksstraatweg en de geprojecteerde Spaarnhovenstraat (zuidzijde). uitmakende een ter plaatse afgescheiden gedeelte ter grootte van ongeveer vier honderd vijftig centiaren, met daarop te bouwen vier woonhuizen en een garage.
Bij deze akte was een kopie toegevoegd van notulen van een vergadering op 20 januari 1925 te Haarlem gehouden, waarbij de heer Adam van Tooren, makelaar, wonende te Amsterdam, enig directeur van N.V. Bouw- en Handelmaatschappij 'Pericles' ontslag wenste. Nadat hij zijn ontslagaanvraag nader had gemotiveerd werd hem eervol ontslag verleend. Met algemene stemmen werd daarna als enig directeur der vennootschap benoemd de
Heer J. C. Suerink.
De laatste akte, nummer acht, was het afsluiten van een hypotheek door de N.V. Bouw- en Handelmaatschappij 'Pericles' Lamberts met de N.V. Stichtsche Bankvereeniging voor ƒ 31.500.- en daarboven de renten en kosten, begroot op zes duizend drie honderd gulden ƒ 6300.-
De keuze om met Jan Carel Suerink in zee te gaan was vreemd. Deze Amsterdamse aannemer en actief lid van de vakbond voor timmerlieden had in mei 1923 een grote opdracht gekregen van de Arbeiderswoningbouw Vereeniging 'Utrecht' voor het bouwen van 100 arbeidershuizen en twee winkelhuizen voor F. 279. 834. Hij was de laagste inschrijver geweest, wat de gemeenteraad van Utrecht later zwaar aangerekend werd dat ze daarom voor hem hadden gekozen. De aannemer Suerink bleek namelijk 'niet solide voor zijn geld'. Zo feestelijk als de eerste steenlegging was, zo groot was de deceptie toen Suerink al op 28 november 1923 failliet werd verklaard. In eerste instantie namen de borgen van Suerink het werk over maar ook zij stopten al snel. Er werden drie adressen gestuurd naar B. en W. om uitbetaling. Uiteindelijk werd de bouw hervat en was het complex in maart 1925 zo goed als af. Wel hadden B. en W. het krediet van februari 1923 (F. 288.817) moeten verhogen tot F. 348.500. Het werd een hele kwestie. Vooral omdat de borgen ook niet voldoende kapitaalkrachtig waren gebleken en om de gegronde vrees dat de huur van de arbeiderswoningen te hoog zou worden. Suerink ondertussen stuurde een nu rekest aan de gemeenteraad met verzoek tot teruggaaf van zijn gereedschappen.
Opening.
Utrechtsche
courant
14 05 1923
Adressen.
Het centrum
25 03 1924
Rekest.
Utrechtsche
courant
06 03 1925
Afloop.
Utrechtsche
courant
30 03 1925
'gebrek aan geld van aannemer, langzaam werken en zijn geldverspilling'.
Algemeen
Handelsblad
20 02 1927
Kok kocht eind maart op een veiling bouwterreinen, een villa en zelfs een tennisbaan in Heemstede.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 31 03 1925
25 april 1925 werd in Veendam een bijeenkomst gehouden van aandeelhouders van de Veendammer Hypotheekbank. De commissarissen, waaronder Meiborg, die tevens voorzitter was van de vergadering, hadden daartoe opgeroepen. Het ging om het opkopen van Woltman van aandelen van zowel de Veendammer- als de Noord- Ned. Hypotheekbank om zo een meerderheid te krijgen en de bank te kunnen splitsen. Dit in samenwerking met de heer J.P.G Kok en zijn consortium dat volgens Woltman 'beschikt over tonnen goud en de deelnemers zijn geen sjappies'. De heer J.P.G Kok was ook aanwezig en wilde het woord voeren maar werd door voorzitter Meiborg gekwalificeerd als 'handlanger' en mocht niet spreken.
De Noord-Ooster
28 04 1925
Vervolg
De Noord-Ooster
28 04 1925
Na deze emotionele vergadering vertrok Woltman met zijn gezin naar Hilversum, naar de zeer luxueuse villa 'Hilverhouse' op de 's Gravelandscheweg 76b. Het kantoor verhuisde mee naar de 's Gravelandscheweg 75. Zie Woltman:
In april 1925 kocht Kok het pand op de Keizersgracht 407 te Amsterdam. De Noord-Hollandsche Hypotheekbank werd hier gevestigd. (Ook het agentschap van de Stichtsche Bank verhuisde mee van de Keizersgracht 192 naar 407!)
De Telegraaf
29 04 1925
Cornelis Kok had huurhuizen in de aanbieding, in nauwe samenwerking met de N.V. Beleggings Mij. 'Noord-Holland' en Woningbureau 'Hako'.
Het nieuwe adres van de 'Noord-Holland' was nu de Zijlstraat in het gebouw van de Nationale Bank (Hoek Zijlstraat / Gedempte Oude Gracht).
In een hypotheekakte van 16 april 1925 bleek naast directeur Kok de vier commissarissen van de 'Noord-Holland' te zijn: Mr. F.J. Tjabbes, J. Woltman jr. (beide bankdirecteur, Groningen), J.P. Kardoes (bankdirecteur, Hilversum) en P.B. ter Laag (kandidaat-notaris, Heemstede).
Haarlem's Dagblad
01 05 1925
30 mei 1925 kreeg Kok toestemming voor het bouwen van schuurtjes achter 225 percelen aan de Spaarnhovenstraat en omgeving in Schoten.
2 juni 1925 schreef H. Lamberts zich op eigen naam in voor een aanbesteding van het bouwen van een burgerwoonhuis in Velsen onder architectuur van iemand anders. Hij had het laagste bod, maar de gunning werd aangehouden.
Kok adverteerde nu met het chic adres op de Keizersgracht 407 in Amsterdam. De laatste advertentie, uit Heemstede, lijkt over zijn eigen huis te gaan.
Algemeen Handelsblad
06 07 1925
Haarlem's Dagblad
08 08 1925
Algemeen Handelsblad
08 08 1925
4 augustus 1925 werd een bouwaanvraag van Kok goedgekeurd voor 100 arbeiderswoningen, waaronder 10 winkelwoningen, aan de geprojecteerde Rembangstraat te Schoten. Dit ging om sectie B nummer 1219, wat Kok op 26 januari 1925 had gekocht. Het bleek, nu er een stratenplan was, te gaan om huizen aan de Rembang-, Bandoeng-, Besoeki-, Djambi- en Kedoestraat. Er waren van begin af aan problemen met toelevering van materialen, werknemers die daarom ontslagen moesten worden en daarna weer aangenomen, waarschuwingen van de directeur van gemeentewerken wegens slechte, onjuiste en ontbrekende materialen, en een hoog oplopend conflict met de bouwopzichter over het gebruik van een voor buitenmuren ongeschikte steensoort. Ook waren er problemen met de fundering. Daarbij nog de gebruikelijke problemen met Kok, zoals het beginnen met bouwen zonder eerst grond voor de straten aan de gemeente over te dragen en het zonder vergunning bouwen van twee garages.
23 februari 1926 werd nog een bouwaanvraag van Kok goedgekeurd, nu in naam van N.V. Beleggingsmij. 'Noord-Holland', voor nog eens 63 woningen en 7 winkelwoningen aan de Djambistraat en omgeving. Blijkbaar had de gemeente Schoten dringend behoefte aan veel eenvoudige en goedkope arbeiderswoningen. Een derde aanvraag, ook door Kok in naam van N.V. Beleggingsmij. 'Noord-Holland', voor nog eens 70 woningen, werd op 11 mei 1926 goedgekeurd, maar de opdracht kwam in februari 1927 te vervallen omdat er geen bouwactiviteit was geweest. Waarbij het rare is, dat Kok voor bouwaanvraag één in oktober 1926 uitstel van de vergunning aanvroeg, zodat de vergunning niet zou vervallen. Dit werd afgewezen omdat hij boringen had verricht wat duidelijk wel bouwactiviteit was. Pas na de tweede aanvraag op 23 februari 1926 begon Kok te bouwen. De fouten bij de bouw van aanvraag één en twee waren dan ook hetzelfde.
Bouwtekening
arbeiderswoningen.
De meeste woningen waren 'type B'
Djambistraat.
woning 'type A'.
Geen jaartal.
Bouwtekening 'type A'.
Gewijzigde versie.
Augustus 1927
In de eerste twee ontwerpen waren 56 woningen 'type' A, en 90 woningen 'type B'.
Alle bouwtekeningen werden ondertekend door de aanvrager J.P. Kok. Het is niet duidelijk wie de architecten waren. Het moet gezegd worden dat de huizen zeer klein waren voor grote arbeidersgezinnen. Zo klein dat in de eerste versie van woning 'type A' de woonkamer aan de straatkant slaapkamer werd genoemd (in de gewijzigde versie 'kamer'). Geen van de woningen hadden een douche of zelfs maar een wasbak, maar dat was normaal voor arbeiderswoningen in die tijd. Kok zorgde wel altijd voor een schuurtje in de tuin.
Kaart van de
eerste bouwvergunning
Met de llegale garages.
08 02 1927
Kaart met de nieuwe
bouwvergunningen
en een vierde (nog
zonder aanvraag).
Uiteindelijk, 9 februari 1927, had de gemeente Schoten genoeg van het eigengereide optreden van Kok en nam een advocaat in de arm om een rapport op te stellen met ernstige waarschuwingen betreffende de bouw. Twee rijksveldwachters gaven het af aan het woonhuis van Kok, Villa Arenzano te Aerdenhout. We zullen er in het jaar 1927 op terugkomen.
Ook in augustus 1925 bleek Kok een flink stuk grond gekocht te hebben in de gemeente Bloemendaal. Het adres was in eerste instantie Boekenroodeweg 12 maar werd later veranderd in Vogelenzangseweg 12-14. De gemeente Bloemendaal wilde na de koop graag een ruil met Kok van een stuk grond tegen een strook aan de Vogelenzangseweg voor verbreding van die weg, onder enige bepaalde voorwaarden. Niet helemaal duidelijk wordt wat de bedoeling was maar het gebeurde allemaal in goede harmonie.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 09 10 1925
Kok was van plan om op het enorme perceel een villa te bouwen. De villa kreeg de naam 'Arenzano'. Architect was J.G. van den Bel.
De bouwvergunning werd verleend op 21 augustus 1925. Het zou een villa worden met alles erop en eraan: met een toegangsweg, chauffeurshuis met twee garages, weiland, moes- en siertuin en zelfs paardenstallen. Twee jaar later, 30 augustus 1927. vroeg directeur Cornelis Kok van Handel MIj. "Alvana', op de Nieuwe Gracht 11, nog een vergunning aan voor het maken van een varkensstal in plaats van de bestaande kippenhokken. Dit werd niet goedgekeurd.
Ontwerp voor de villa.
Met een 'heerenkamer' en op
de eerste verdieping twee
kinderkamers met daartussen
kamer voor de kinderjuf .
1925
Villa Arenzano
2015.
Ontwerp voor
de oprijweg.
1925
7 oktober 1925 werden de N.V. Bouw- en HandelsMij. 'Pericles' en H. Lamberts in staat van faillissement verklaard. Door de deurwaarder werden o.a diverse houtwaren verkocht. De spullen waren te zien nabij nr. 86 op de Rijksstraatweg (Cornelis Kok woonde op nr. 86 M.)
Nieuwe Haarlemsche
Courant 07 10 1925
Nieuwe Haarlemsche
Courant 24 10 1925
De schulden.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 22 01 1926
12 oktober 1925. Wat was er gebeurt? Om de een of andere reden hadden Lamberts en de N.V. Bouw- en HandelsMij. 'Pericles', waarvan Lamberts sinds mei 1925 naast J.C. Suerink mededirecteur was, niet kunnen voldoen aan hun verplichtingen aan de Stichtsche Bank. Hiervan had de Schtische Bank aanzegging gedaan bij de borgen van perceel 1, voor Lamberts, Kok en de vader van Lamberts, Mannus Lamberts, en de borgen voor perceel 2, van de N.V. Bouw- en HandelsMij. 'Pericles', wederom Kok en Bastiaan Smallegange, aannemer van grondwerken.
De Stichtse Bank had besloten alle in aanbouw zijnde huizen op de twee percelen in het openbaar te veilen. De twee percelen werden allebei verkocht
aan J.P.G. Kok, als mondeling lasthebber van de N.V. Bouw- en exploitatiemaatschappij 'Lutina' te Amsterdam. Perceel 1 voor F. 17,000,- en perceel 2 voor F. 22, 100,-. De oprichtingsakte van de "Lutina' werd op 6 oktober 1925 afgedrukt in de Nederlandsche staatscourant. Directeur J.G. van den Bel.
Overigens was ook Kok al op 27 mei 1925 ernstig berispt omdat hij nog niet had voldaan geld te geven aan de gemeente voor het stuk Spaarnhovenstraat wat moest worden aangelegd. En dat terwijl de gemeente de oorspronkelijke kosten van F. 7035.- al had verlaagd met F.2000.-.
Voorlopige akte.
12 10 1925
Haarlem's Dagblad
13 10 1925
Schrijnend was een briefje van 6 maart 1926 waarin de bouwopzichter namens de heer van den Bel de gemeente verzocht om een afschrift van de bouwvergunning, 'betreffende den bouw van 10 heerenhuizen, 2 winkelhuizen m/garages, respectievelijk staande a/d Rijksstraatweg en Spaarnhovenstraat. Dit werk behoorde vroeger toe a/d Heer Lamberts, maar is door dien heer niet voltooid, door zijn failliet gaan zijn de goedgekeurde teekeningen e.a. zekerlijk zoek geraakt. De Heer J.P. v.d. Bel zal dit werk voltooien.'
13 januari 1926, na afwikkeling van het faillissement, vertrok Lamberts met zijn vrouw naar Rotterdam. Hij ging later werken bij gemeentewerken Leiden. Zijn ouders bleven wonen op de Floresstraat 11, in juni 1926 keerden ze terug naar Apeldoorn. Vader ging daar weer werken als aannemer van metselwerken.
Suerink bleek bij het huwelijk van zijn dochter in augustus 1930 in Zandvoort te wonen en kamerverhuurder te zijn.
Vanaf 17 oktober 1925 verschenen er eigenaardige advertenties voor te huur staande huizen en bovenhuizen on Amsterdam. Eigenaardig, omdat de woningen werden behangen en geschilderd naar keuze van de huurder.
Algemeen Handelsblad
17 11 1925
Ook Cornelis Kok verhuurde nog steeds huizen in Schoten. Nu niet in samenwerking met Beleggings Mij. 'Noord-Holland' of Woningbureau 'Hako'.
Haarlem's Dagblad
23 10 1925
19 december 1925 werd Kok benoemd tot directeur van de Centrale Bank te Veendam. De zetel zou verplaatst worden naar Aerdenhout, gemeente Bloemendaal, maar werd in in april 1926 voorlopig verplaatst naar de Zijlstraat 45-49 te Haarlem (In het gebouw van de Nationale Bankvereeniging). Hier had Kok al eerder de N.V. Beleggings Mij. 'Noord-Holland' ondergebracht. En ook de Nederlandsche Middenstands Hypotheekbank kreeg dit adres.
Nationale Bankvereeniging
Zijlstraat 45-49
1930
Misschien bij wijze van kerstcadeau nam Kok de gehele kosten van de verbouwing van de kiosk van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer bij het station van Haarlem op zich. Waarom speciaal deze Vereeniging is onbekend, maar de Vereeniging was zeer zeer dankbaar.
Nieuwe Haarlemsche
Courant 24 12 1925
Haarlem's Dagblad
04 01 1926
Aan het einde van het jaar 1925 was de situatie met de verschillende banken van Kok, Woltman en Kardoes aldus:
De Nederlandsche Middenstands-hypotheekbank ging naar Haarlem. De oude directeuren, Woltman en Tjabbes, stapten op. Nieuwe directeur werd S. van Dam. Nieuwe commissarissen o.a. Woltman, Kok en A. Kuijper, de we later op de Nieuwe Gracht 11 nog zullen tegenkomen. Ook de Centrale Bank kreeg, wegens aftreding van het oude bestuur, een nieuwe directeur: Kok. Woltman werd commissaris. Het hoofdkantoor kwam in Haarlem (niet in Aerdenhout, gemeente Bloemendaal). De Nederlandsche Spaarbank bleek in 1925 van Groningen geruisloos meeverhuisd naar het kantoor van Woltman te Hilversum. De zoon van Woltman, Johan, was in 1927 directeur. De Veendammer Hypotheekbank werd in april 1926 ook verplaatst naar het kantoor van Woltman in Hilversum. Zoals we al weten was de De Noord-Hollandsche Hypotheekbank, directeur de heer Kardoes, gevestigd op de Keizersgracht 407 in Amsterdam.
Ned. Mid. Hyp. bank..
Haarlem's Dagblad
19 12 1925
Ned. Mid. Hyp. bank..
Verplaatsing kantoor.
Nieuwsblad van het
Noorden 24 12 1925
Centrale bank.
De Noord-Ooster
19 12 1925
Nederlandsche
Spaarbank.
Arnhemsche courant
15 06 1926
Veendammer
Hypotheekbank.
De Noord-Ooster
01 04 1926