
De jaren 1926 -1942
J.P.G. Kok
Veendammer Hypotheekbank.
Eigenaren: N. V. "Centrale Bank" gevestigd te Veendam 1926 - 1928. N. V. Bouw- en Handelmaatschappij "Alvana" gevestigd te Amsterdam 1928 - 1933.
N.V. "de Nederlandsche Spaarbank" gevestigd te Groningen, kantoorhoudend te Schiedam 1933 - 1942. Johannes Pieter Hendrik Woltman 1942.
Johannes Petrus Godefridus Kok (Amsterdam, 19 oktober 1896 - Heemstede, 30 december 1965, 69 jr.)
Zoon van Johannes Petrus Kok (1871 -1959), diamantslijper, later kruidenier, en Elisabet Aartje van den Hazenkamp (1872 -1946).
Getrouwd Amsterdam 22 november 1917 met:
Susanna Francisca Maria Haije (Amsterdam, 28 november 1897 - Haarlem, 1990, 93 jr.)
Dochter van Jacobus Johannes Haije (1865 - 1942), concierge, en Johanna Frederika Pijl (1867 - 1920).
Kinderen:
Johanna Juliana Wilhelmina (Ans) (Amsterdam, 23 juli 1919)
Levenloze dochter. Haarlem, 27 augustus 1920
Elisabeth (Beb) (Schoten, 21 augustus 1921)
Jan (Schoten, 15 oktober 1922)
Astrid Susanna Francisca Maria (Haarlem, 30 oktober 1937 - Velsen, 8 februari 1941, 3jr,)
Rudi (Haarlem, 23 mei 1941 - Heemstede 4 januari 1944, 2jr,)
Johannes Petrus Godefridus had een oudere zus, Anna Elisabeth (oktober 1892) en broer, Cornelis (oktober 1893). In juli 1902 werd de jongste broer, Petrus, geboren.
Papa Johannes Petrus was diamantslijper. Hij was sinds 1898 lid van de ANDB (Algemeene Nederlandse Diamantbewerkersbond). Dit was verplicht, anders kon je het vak niet uitoefenen. De ANDB kreeg overigens veel dingen voor elkaar, waaronder ziekte- en werkloosheidsuitkering, pensioen, afschaffing kinderarbeid, en gelijke betaling voor vrouwen. Veel leden bleven lid, ook als ze ander werk hadden gevonden. Dit was omdat alleen kinderen van ANDB leden mochten worden opgeleid in het vak. Wanneer er werk was hadden ze een zeer behoorlijk inkomen. Maar er waren ook regelmatig tijden dat er geen werk was, dit hing o.a. af van de diamantaanvoer. De meeste leden waren Joods. Alle mensen die niet Joods waren werden voor het gemak 'christenen' genoemd. Deze christenen bewerkten meestal de wat kleinere stenen. De familie Kok was Rooms Katholiek.
In augustus 1907 werd Cornelis door zijn vader in de fabriek H. Roelina (Rozengracht 168) opgeleid tot brillantversteller. 23 maart 1910 slaagde hij voor zijn examen. April 1911 begon J.P.G. zijn loopbaan, eerst bij zijn vader in Roelina, later bij Kampfraath (Albert Cuypstraat 2-6). 3 september 1914 haalde hij zijn examen als brillantslijper. Jongste zoon Petrus ging naar de MULO en werd kantoorbediende.

Stoomdiamantslijperij Kampfraath
Na 1950 van A. van Moppes.
ca. 1950
Diamantberwerkers in 1913.
Verstellers zaten altijd aan het raam en
snijders met hun rug naar het raam.
Leerlingenkaart
Cornelis
Leerlingenkaart
J.P.G.
De jongens zaten maar kort in het vak. In de eerste wereldoorlog werd er goed verdiend. Maar na de oorlog, toen de handel in Antwerpen weer opbloeide, bleken de Amsterdamse vaklieden (dankzij hun goede vakbond) te duur en was er voor hen bijna geen werk meer. 'Geschrapt 2e lid art. 6'
bekende dat het lidmaatschap verviel 'voor die leden, aan wie het Bestuur, uit hoofde van hun uittreding uit het diamantbewerkersvak, of wegens hunne gebleken voortdurende lichamelijke of andere ongeschiktheid tot uitoefening van dit vak, het lidmaatschap heeft opgezegd'. Ze konden daarna weer lid worden maar hadden dan de eerste drie maanden geen recht op uitkeringen bij ziekte of ongeval.
Ledenkaart ANDB
Cornelis.
Voorkant.
Ledenkaart ANDB
Cornelis.
Achterkant.
Ledenkaart ANDB
J.P.G..
Voorkant.
Ledenkaart ANDB
J.P.G..
Achterkant.
Zowel Cornelis als J.P.G hadden, gezien hun ledenkaarten, weinig werk. Cornelis moest in 1914 in militaire dienst. Hierna keerde hij niet meer terug in het vak. Hij werd kantoorbediende.
6 augustus 1914 trouwde Anna Elisabeth Kok te Amsterdam met Jacobus Johannes Haije (maart 1892), kantoorbediende. Zij was 21 en hij 22 jaar.
Hij was een zoon van Jacobus Johannes Haije (1865 - 1942), kruier, later kantoorloper en conciërge, en Johanna Frederika Pijl (1867 -- 1920).
Naast oudste zoon Jacobus Johannes hadden ze nog vijf kinderen, Johannes Frederik (1894), Susanna Francisca Maria (1897), Johanna Frederika
(1901) en Wilhelmina (1906). Johanna Frederika stierf in 1907, een maand voor ze zes jaar werd. Het laatste meisje (1908) werd ook Johanna Frederika genoemd. De familie Haije was Hersteld Evangelisch Luthers.
Hoewel vader Kok regelmatig veel werk had als diamantslijper had hij in de van Oldebarneveldtstraat 33 daarnaast een melkslijterij om de slappe tijden op te vangen.
Ledenkaart ANDB
Johannes Petrus
Achterkant.
April 1917 werd er een advertentie geplaatst van J.P.G. Kok. Hij had een winkel in boter, kaas, eiereren, kruideniers- en grutterswaren op het Staringplein 8.
Amstelbode
07 04 1917
22 november 1917 trouwde J.P.G. Kok te Amsterdam met Susanna Francisca Maria Haije. Hij was 21 en zij 19 jaar. Ze was de oudste dochter van
Jacobus Johannes Haije en Johanna Frederika Pijl. Ze gingen wonen op het Staringplein 8.
Huwelijksakte
Vader Kok heeft als beroep winkelier
Volgens het adresboek van Amsterdam woonden ze van 1917 tot 1919 op dit adres. Ze hadden ook telefoon. Hij had nu een winkel in Koloniale Waren en Comestibles. Onder koloniale waren verstond men koffie, thee, cacao, tabakswaren, rietsuiker en tropische specerijen. Comestibles waren fijne kruidenierswaren.
31 oktober 1918 trokken zijn schoonouders en de twee schoonzusjes Johanna Frederika en Wilhelmina bij hen in. Waar J.P.G. Kok nu woonde is onduidelijk. Op zijn registratiekaart staan na Staringsplein 8 nog vier adressen vermeld, de 1ste Helmersstraat 275 II, de Lauriergracht 89 hs, de van Oldebarneveldtstraat 68 I en het DaCostaplein 1 hs.
Registratiekaart
familie Haije
Registratiekaart
familie Kok
22 mei 1919 trouwde broer Cornelis Kok te Amsterdam met Elisabeth Aartje van den Hazenkamp. Hij was kantoorbediende, 25 jaar oud, zij was 22.
J.G.P. en zwager Jacobus Johannes Haije waren getuigen. J.P.G. woonde in Schoten, wat raar is.
Huwelijksakte
Vader Kok heeft als beroep diamantslijper.
Volgens de registratiekaart van Kok lijkt het erop dat hij, zijn vrouw en haar ouders en twee zussen al in februari 1919 inderdaad naar Schoten zijn gegaan. Dit zou dan zijn naar de Spaarnhovenweg 22. Hoe ze dat deden met hun werk, J.P.G met zijn winkel en schoonvader Haije als kantoorlooper is onbekend.
23 juli 1919 werd, toch echt in Amsterdam, dochter Johanna Juliana Wilhelmina (Ans) geboren. Zij werd ingeschreven als Hervormd Luthers, net als haar moeder.
8 oktober 1919. Johannes Frederik Haije en zijn gezin vonden eigen woonruimte in de Koogstraat 7 II te Amsterdam. Het gezin Kok woonde nu een paar maanden bij hen in.
1920
In april 1920 kwam er duidelijkheid over het vertrek naar Schoten. De mooie zaak in Koloniale Waren met telefoonaansluiting was failliet.
De Amsterdammer
23 04 1920
De Amsterdammer
06 05 1920
3 februari 1920 werd het gezin Kok uitgeschreven uit Amsterdam en vertrokken ze naar Haarlem, Molenaarstraat 47.
12 mei 1920 was de officiële inschrijving in Haarlem. J.P.G. vertrok als winkelier en kwam aan als makelaar.
Gezinskaart Kok
Haarlem
Op de Molenaarstraat opende hij een makelaarskantoor onder de niet zo originele naam 'Mercurius'. Het eerste huis wat hij aanbood kostte F. 14.200. Hypotheek beschikbaar.
Het nieuws van den dag
24 04 1920
27 augustus 1920 beviel Susanna van een levenloos meisje. Het gezin woonde nu op de Kleverparkweg 191 te Haarlem.
Uit de gezinskaart blijkt dat het gezin officieel in december 1920 vertrok naar Zandvoort. Het vele verhuizen zou een constante blijven in hun leven.
Maar al in november plaatste Kok een advertentie voor een villa in Zandvoort en twee huizen in Haarlem. Zijn adres was nu Dr. Joh. Mezgerstraat 38.
De Telegraaf
15 11 1920
Algemeen Handelsblad
15 11 1920
1921
Het aanbod werd groter.
De Telegraaf
18 01 1921
7 maart 1921 werd de akte van oprichting van de N.V. Noord-Hollandsche Hypotheekbank in de Staatscourant gepubliceerd. De zetel was gevestigd in Amsterdam. Directeur de heer J.W. P. Kardoes, één van de vier commissarissen was J.J. Woltman, directeur van de Veendammer Hypotheekbank.
Al op 19 maart had J.P.G. Kok het agentschap van deze bank voor Haarlem en omstreken.
Kok ontmoette volgens eigen zeggen Woltman pas in 1923 persoonlijk (rechtbankzitting 16 06 1928).
Algemeen Handelsblad
14 03 1921
Kok is nu naast makelaar
ook bouwkundige.
De Telegraaf
16 11 1920
Het bevolkingsregister laat echter zien dat het gezin op meerdere adressen woonde. Van het Staringplein gingen ze naar de 1e Helmersstraat 275 II.
31 oktober 1918 trokken de ouders van Susanna Haije, samen met haar zussen Wilhelmina en Johanna Frederika, bij hen in. Daarna verhuisden ze naar de Lauriergracht
23 juli 1919 werd dochter Johanna Juliana Wilhelmina geboren.