top of page
huishelp.gif

Mr. H.S. v. Wickevoort Crommelin

Ontvanger van Schoten 1833

Burgemeester van Berkenrode 

1833- 1850

Woning

1830 - 1850

Hij woont hier samen met:

Zijn vrouw E.C.A. Barnaart

en hun kinderen:

- Aernoud 1831
- Henriëtte Elisabeth 1835
- Hendrik Adolf 1836

- Maurits Willem 1838

- Wilhelmina Adolphine 1843

Dienstboden in 1839: 

Elisabeth van Leeuwen, 26 jaar

Hendrika Hillebrands, 30 jaar

Lijsje Stork, 30 jaar

Eigenaar Jhr. W.P. Barnaart 1804 - 1851.
HS Johannes Anspach.jpg

H.S. v, Wickevoort Crommelin

J.Anspach

ECA Barnaart Hodges.jpg

jkvr. E. C. A. Barnaart

C.H. Hodges

Wilhelmine Adolphine va W. Crommelin Fotoalbum Teding van Berkhout.jpg
Wilhelmine Adolphine va W. Crommelin 1866- 1920.jpg

jkvr. Wilhelmina Adolphina

Mr. Henri Samuel van Wickevoort Crommelin, roepnaam Hendrik.  (Amsterdam, 30 september 1804 - Huis Woestduin, 26 februari 1874, 69 jr. )

Zoon van mr. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin (1763 - 1837), Heer van Berkenrode, o.a. voorzitter Tweede Kamer en lid Eerste Kamer, en Catharina van Lennep (1766 - 1847).

Getrouwd Berkenrode 5 mei 1830  met: 

jkvr. Elisabeth Cornelia Amalia Barnaart ( Haarlem, 14 juni 1809 -  's -Gravenhage,  21 april 1890, 80 jr. )

Dochter van  Willem Philip Barnaart (1781- 1851), Heer van Bergen en Zandvoort, en Elisabeth Cornelia Hillegonda Teding van Berkhout (1783-1814).

Kinderen: 

Willem Philip (Haarlem 7 april 1831 - Haarlem 2 november 1834, 3 en half jr.)

Aarnoud (Haarlem 7 juni 1833 -  Nieuwer-Amstel 13 april 1887, 53 jr. )

Henriëtte Elisabeth (Haarlem  27 januari 1835 - Den Haag 15 november 1934, 99 jr. )

Hendrik Adolf (Haarlem 28 augustus 1836  -  Haarlem 8 april 1839, 2 en half jr.)

Maurits Willem (Haarlem 25 mei 1838 -  Kirchberg, Zwitserland 7 juni 1910, 72 jr.)

Wilhelmina Adolfine (Haarlem 21 mei 1843 - Den Haag 27 december 1920, 77 jr.)

Iman (Woestduin 27 maart 1850 - Amsterdam 9 april 1938, 81 jr.)

Alle kinderen, behalve de jongste, zijn in ons huis geboren. Helaas stierven hier ook de kleine Willem Philip en Hendrik Adolf.

De familie van Wickevoort Crommelin
van wickevoort Cr wapen.jpg

Mr. Jan Pieter van Wickevoort Crommelin (Haarlem 1763 - Haarlem 1837) trouwde in Heemstede in 1790 Catharina ven Lennep (Amsterdam 1766 -

Haarlem 1847). Jan Pieter had een glansrijke politieke carrière. Catharina was doopsgezind, later werd de familie van Lennep Ned. Hervormd.

In de Bataafse republiek was hij lid van de Eerste Nationale Vergadering, in het Koninkrijk Holland lid van het Wetgevend Lichaam (1806-1810), lid van de Staatsraad (1806), bij de vorming van het Koninkrijk der Nederlanden eerst lid van de Vergadering van Notabelen (1814) en vervolgens lid van de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden. Aansluitend was hij lid Tweede Kamer, enige tijd voorzitter van de Tweede Kamer, en daarna lid van de Eerste Kamer. Ook was hij in 1799 directeur, in 1817 president van de Hollandsche maatschappij der Wetenschappen te haarlem en in 1828 lid van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden.

Jan Pieter en Catharina (in de familie 'Appie en Ampie' genoemd) kregen zeven kinderen, waarvan zes volwassen werden. Ze werden allemaal in Amsterdam geboren en gedoopt in de Oude Waalse Kerk. Het gezin woonde in Haarlem maar ging voor de bevallingen special naar Amsterdam vanwege de betere medische hulp. 

Appie_en_Ampie 1.jpg
Appie_en_Ampie 2.jpg

Appie een Ampie op latere leeftijd.

Felippo Tozelli. Foto Marlies van Buuren

De kinderen: 

Maria Catharina van Wickevoort Crommelin 1791-1812 Trouwde Jhr. Mr. Willem van Loon
Arnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin  1793-1794
Arnoud Hendrik van Wickevoort Crommelin  1797-1881 Trouwde Elisabeth barones van Pallandt
Jan Pieter Adolf van Wickevoort Crommelin  1798-1874 (roepnaam Piet) Trouwde Cornelia Willink
Catharina Elisabeth van Wickevoort Crommelin  1799-1882 Trouwde Daniël Frans Crommelin
Hester van Wickevoort Crommelin  1802-1871 (roepnaam Hecky) Trouwde Mr. Pieter Teding van Berkhout
Henri Samuel van Wickevoort Crommelin  1804-1874 (roepnaam Hendrik) Trouwde jkvr. Elisabeth Cornelia Amalia Barnaart

AH Johannes Anspach.jpg
HS Johannes Anspach.jpg

Jan Pieter Adolf

Henri Samuel

JP Johannes Anspach.jpg

Arnoud Hendrik

H hodges.jpg

Hester

CA Johannes Anspach.jpg

Catharina Elisabeth

Alle portretjes, behalve van Hester, rond 1814 gemaakt door J. Anspach. Hester door C.H. Hodges.

Het volledige verhaal van 'Appie en Ampie en hun nakomelingen' door F. van Lennep.

Hierin de levensbeschrijvingen van de stamouders en hun kinderen de geschiedenis van Berkenrode. Met vele leuke en interessante bijzonderheden. Helaas wordt er van Henri Samuel niet veel meer verteld dan dat hij wegens zijn opvliegendheid 'de duivel van Woestduijn' werd genoemd. 

De roepnamen van de kinderen weten we uit de notities van Jan Pieter zelf, getiteld 'Reis naar Parijs; 15 april 1823'. Hierin had hij alle belevenissen en vooral de uitgaven bijgehouden. Hij maakte de reis met zijn vrouw en drie van zijn kinderen, Piet, Hecky en Hendrik (toen 19 jaar). De oudste dochters waren al gehuwd. Ook Aarnoud was er niet bij, Wouter Slob schrijft er dit over: 'Wijlen de heer van Lennep,die destijds zo welwillend was mijn aantekeningen door te lezen, meende dat 'Ijzeren Frits' (de bijnaam van Aarnoud) liever alleen op reis ging...'

Een fragment uit het verhaal: 

'Zaterdag 10 Mey met de familie Temmink naar Montmorency geweest. De kerk te St. Denis gezien en Caveaux der koningen. In de kerk de monumenten van Louis XII en Anna de Bretagne, Francois Ien Claude de France, Henry II en Catharina de Medicis. In de caveaux alle monumenten der Koningen. Te Montmorency ontbeten au Cheval Blanc. Het geheel gezelschap is vervolgens op zeven ezels en drie paardjes de Hermitage van J,J. en... in de Vaüey gaan bezichtigen en vervolgens door het Bois van Montmorency en dat van St. Leu naar St.Leu gereden, alwaar wij het kasteel en Park hebben bezien. Vervolgens wederom langs de benedenzijde naar Montmorency, alwaar wij doornat aankwamen, doch door een goed vuur en een goed diné zijn gerestaureerd, zodat wij ten Elf uuren wederom te Parijs zijn gearriveerd...'Men ziet, dat er momenten waren dat de kroniekschrijver vrij uitvoerig was. Een der weinige 'avonturen' had plaats op 12 mei, toen men naar St.Germain was geweest om park, kasteel en bloemenkassen te bezichtigen. Men had het kasteel van buiten bekeken, op het terras gewandeld en ook in het bos. waarna men had gedejeuneerd en gegeten in 'Prinse de Galles'. Maar 'in het retour in Neuilly uit de Koets gegaan, uit hoofde van Dronkenschap van den koetsier, wanneer de Dames verders de weg hebben vervolgd met een fiacre...' Men komt wel tot de slotsom, dat de dagen goed besteed werden. Men zag veel, at en dronk op tijd, wandelde en deed boodschappen. Deze laatste bezigheid wordt alleen maar op het laatst vermeld, maar er zijn enige afzonderlijke bladzijden gewijd aan de inkopen, welke in de wereldstad werden gedaan. Tenslotte kwam men niet elke dag in Parijs en het was aardig om van de gelegenheid gebruik te maken iets mee te nemen naar huis. Het waren over het algemeen degelijke zaken welke men kocht. Zo kreeg Hendrik een nieuwe hoed van frs.9,-. Een paar kousen voor Hecky kostte frs.6,-, zwart kant 'voor mijn vrouw' frs.16,- en een 'ridicule' van frs.9,-. Bepaald duur waren de corsetten: 66 francs voor twee stuks ( voor mevrouw en voor Hecky) !

Wouter Slob, HeerlijkHeden nr. 105, 2000 ( Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek) 

De broers van Hendrik:

Alle zoons studeerden, net als hun vader, in Leiden af in de rechten. 

wickevoort_crommelin_aarnoud_Hendrik.jpg

De oudste broer, Aarnoud, was namens Haarlem lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland (1847 - 1850) en lid hoogheemraad Rijnland. Ook erfde hij natuurlijk de titel Heer van Brederode.  Maar meer dan dat was hij een paardenman in hart en nieren. Hij fokte, met groot succes, volbloeds. Hij was mede-oprichter van de 'Sociëteit ter bevordering der veredeling van het paardenras in het Koninkrijk der Nederlanden'. Deze sociëteit stichtte een renbaan in het Zandvoorts duin (van Barnaart). Zijn zoon Hendrik, en later zijn kleinzoon, ook een Aarnoud Hendrik, deelde zijn passie. De successen van de laatste waren vooral op de renbaan van Woestduin.  Deze buitenplaats, waar 'onze' Hendrik in 1874 stierf, werd in 1900 verbouwd tot hotel met renbaan-en-park. 

De eerste wedrennen in Nederland werden in Zandvoort op 6 en 7 september 1844 gehouden. Koning Willem II en zijn zoons woonden de races bij, van prins Alexander reden ook paarden mee. Het paard uit de stal van Aarnoud Hendrik, 'Pomaré', bereden door  Baron van Pallandt, won een prijs.

Wedren op 6 september 1844 nabij Zandvoort, tekening  C.C.A.Last.jpg

Wedren op 6 september 1844 abij Zandvoort

C.C.A. Last

zandvoort Algemeen Handelslad 09 09 1844 .jpg

Algemeen Handelsblad

09 09 1844

Christiaan van Lennep, over wie later meer, over Pomaré:

Op het eerste examen behaalde ik een eersten prijs voor het Engelsch en kreeg de Paradise Lost van Milton en als 2de prijs voor het fransch de Oeuvres de Lamartine, die ik beiden nog bezit. Papa vond daarin aanleiding mij een geschenk aan te bieden en gaf mij de keuze tusschen geld of een zeker aantal lessen in de rijkunst. Ik koos het laatste en dat heeft mij later op Java, waar ik veel te paard moest rijden, goed gediend. De manège in Haarlem bij de Houtpoort behoorde aan een zekeren Altroggen en zijn pikeur, die niet veel beteekende, heette Schmidt. Van dezen kreeg ik les en nadat ik eenige lessen in de manège gehad had, mocht ik in zijn gezelschap buiten Haarlem rijden, waarnaar ik reikhalzend verlangd had. Schmidt bereed toen het renpaard Pomaré, dat te Zandvoort prijzen behaald had en toebehoorde aan den Heer A. van Wickevoort Crommelin. Deze had besloten dat Pomaré niet meer zou wedrennen en moest leeren draven van Schmidt, maar Schmidt was daarvoor de man niet. Op een zekeren keer dat wij uitreden, Schmidt op Pomaré, en het stappen mij verveelde, stelde ik hem even buiten de Houtpoort voor een drafje te nemen, waarop ik mijn paard in den draf zette, maar o, wee! Pomaré daaraan niet gewend, schoot dadelijk in een vliegende ren, waarop ik maar wachtte om rechtsomkeer te maken en langs de buitensingels door den Aardenhout naar Woestduin te rijden en van daar weêr terug naar de manège, waar ik Schmidt vond blazende van het rennen op Pomaré en giftig op mij dat ik hem dat koopje bezorgd had. Later zat hij nooit meer op Pomaré als hij met mij uitreed.

Jeugdherinneringen, Christiaan van Lennep

In 1830 trouwde hij met Anna Elisabeth Barones Van Pallandt. Zij woonden op Berkenrode en kregen daar vier kinderen. Na de dood van zijn vrouw 

in 1852 verhuisde hij van het hoofdhuis naar een kleiner huis op het terrein, 'Klein- Berkenrode', ook wel 'Kippenvreugd'. Zoon Hendrik bewoonde nu het hoofdhuis. Op 6 januari 1881 reed hij met paard en rijtuig de Leidsevaart in en verdronk. Het weekblad van Haarlemmermeer schreef over hem:  'Een man van wien men zeggen kan, dat hij op het laatst van zijn hoogen leeftijd (83 jaar) in allen en alles de meeste belangstelling heeft getoond. Vooral heeft hij zich beijverd om landbouw en veeteelt te ontwikkelen en met jeugdige kracht volgde hij iedere ontwikkeling, die datgeen, waarvoor hij hart had, tot grootere bloei kon brengen'. 

De een na oudste broer van Hendrik was Jan Pieter Adolf, roepnaam Piet. 

Hij was van 1823 tot 1835 burgemeester van Berkenrode. Van 1841 tot 1851 was hij lid van de gemeenteraad van zijn geboortestad Amsterdam,  Hoogheemraad (1851-1864), daarna dijkgraaf (1864-1873) van Amstelland. Hij trouwde in 1828 met Cornelia Willink. Via haar kwam hij in het bezit van buitenplaats Wildhoef. Hij overleed hier in september 1874. Volgens F. van Lennep had Piet de liefde voor planten van zijn vader geërtd.

wildhoef Petrus Josephus Lutgers 1840.jpg

P.J, Lutgers 1840

Wildhoef kennen we van nog van Guldewagen, de eerste eigenaar. Later was het in bezit van een andere oude bekende: Willem Philip Kops. Zijn dochter Cornelia trouwde Jan Willink. In 1840 kwam het in bezit van hun dochter Cornelia en Piet van Wickevoort Crommelin. Te zien op de tekening van Lutgers was Wildhoef in al die jaren aanzienlijk vergroot en verfraaid. 

Het 'winter' huis van het gezin was al die jaren Herengracht 386 in Amsterdam. 

Berkenrode
berkenrode wapenschild.jpg
Kaart van het grondgebied van de heerlijkheid Berkenrode. 1728.jpg

Kaart van de Heerlijkheid

Berkenrode 1728

gemeente berkenrode 1818.jpg

Kadastrale kaart 1818

kaart 1900.jpg

Berkenrode bij pijl.

Kaart 1900

In 1797 kocht Jan Pieter de grond van de Heerlijkheid Berkenrode en het ernaast liggende landgoed Westerduin. Het kostte samen 64000 gulden en het ging telkens voor ongeveer hetzelfde bedrag over op de oudste zoon. In 1809 verkreeg hij ook de rechten die bij de Heerlijkheid hoorden. De prachtige buitenplaats (al een tweede versie van het oorspronkelijk kasteel) in het midden van het terrein, omringd door een slotgracht, liet hij afbreken. Catharina vond het slot te afgelegen liggen. Het nieuwe hoofdhuis kwam op de plek van de oude hofstede Westerduin aan de Herenweg. Dat bood meer vertier. Naast de ingang tot het landgoed kwam in 1802 een theekoepel, met toestemming om twee meter op de openbare weg uit te mogen springen. In 1928 werd de koepel 'teruggerold' zodat het helemaal op eigen terrein stond. Ook de 'Franse', symmetrisch aangelegde tuin ging op de schop. Het werd vervangen door de in de mode zijnde 'Engelse' tuin, met slingerpaadjes, waterpartijen en romantische 'doorkijkjes'. Aan de overkant van de Herenweg werd 'Overbosch' aangekocht. Daar kwam o.a. de moestuin.  Jan Pieter was een groot tuinliefhebber en plantkundige. Zijn verzameing 'oranjeplanten' (uit de orangerie) was beroemd. 

In de winter woonden ze in de stad. In het begin van hun huwelijk in Amsterdam, Den Haag of Brussel, later in de Grote Houtstraat in Haarlem.

berkenrode Vinne, V.J. van der 1760-1780.jpg
Berkenrode p.j. lutgers 1837-1844.jpg
Berkenrode 1908.jpg
herenweg theekoepel berkenrode 1925.jpg
Berkenrode (voorheen westerduin) het verrollen van de koepel aan de Herenweg.1928.jpg

Oprijlaan naar het oude

huis voor het gesloopt werd. 

V.J. van der Vinne ca. 1770

Het nieuwe huis aan de Herenweg.

P.J. Lutgers 1840

Berkenrode 1908

Theekoepel van Berkenrode

1925

Het 'terugrollen' van de theekoepel. 1928

Kerk en pastorie Berkenrode 1835 vanaf westzijde W.Vester.jpg

R.K. kerk gezien vanaf

terrein Berkenrode..

W.Vester 1835

berkenrode kerk Groninger courant 12 08 1817 .jpg

Groninger courant 12 08 1817

De eerste steen van de herbouwde R.K. kerk werd volgens F. van Lennep gelegd door Henry Samuel.

In 1878 werd de kerk afgebroken. 

In 1813 werd Berkenrode een zelfstandige gemeente, 600 bij 800 meter groot.  De volkstelling van 1840 telde 69 inwoners en veertien huizen. 

Het enige doel van deze gemeente was het bestaan ervan te rekken, omdat de inwoners anders bij moesten dragen aan de kosten in de gemeente Heemstede, toen een dorp met vele arme boertjes en blekers.

De eerste burgemeester was mr. Jan Pieter Adolf van Wickevoort Crommelin (1823 - 1835). Tweede burgemeester was 'onze' mr. Henri Samuel van Wickevoort Crommelin (1835 - 1850). Daarna volgden nog drie burgemeesters, geen familie meer, die tevens ook burgemeester van Heemstede en Bennebroek waren. In 1857 werd de gemeente gefuseerd met Heemstede. 

Henri Samuel Wickevoort Crommelin en jkvr. Elisabeth Cornelia Amalia Barnaart

5 mei 1830, 11 uur 's ochtends, trouwden Henri Samuel en Elisabeth Cornelia Amalia te Berkenrode. Hij was 25 en zij 20 jaar. De trouwambtenaar was

zijn broer Jan Pieter Adolf en getuige was Aarnoud Hendrik, zijn andere broer. Getuigen van de bruid waren haar broer, Willem Philip en haar oom Jan Pieter Teding van Berkhout. Op dit moment woonden de ouders van Henri Samuel op Berkenrode.

van_wickevooer_crommelin_barnaart_huwelijk_05_05_1830_Berkenrode.jpg

Trouwakte

Na hun huwelijk gingen ze wonen in ons pand. Alle kinderen, behalve Iman, werden hier geboren. 

geboorte Willem Philip 09 04 1831.jpg

De geboorte aangifte van het eerste kind, Willem Philip, is grappig omdat het lijkt dat de getuigen net per ongeluk in huis waren. en toen mee moesten. Het is de koetsier, wonende in de Ridderstraat en een huisbediende van tussen de Jansbruggen. 09 04 1830

Helaas waren er ook twee sterfgevallen.

Willem Philip, het oudste zoontje, werd

slechts drie en een half.

Opregte Haarlemsche courant

6 november 1834

HS overlijden zoon Opregte Haarlemsche Courant 06 11 1834.jpg
crommelin_hendrik_adolf_overlijden_10_04_1839.jpg

Hendrik Adolf werd twee en half jaar.

Opregte Haarlemsche courant

11 april 1839

HS Opregte Haarlemsche Courant overlijden zoon 11 04 1839.jpg
wickevoort_crommmelin_dood_hendrik_samuel_05_11_1834_half_5_middags_.jpg
volkstelling_Nieuwe_Gracht_248_1839.jpg

Volkstelling 1839

We zien ook de namen van de inwonende dienstboden.

De woning naast het koetshuis aan de Ridderstraat is verhuurd aan een gezin.

Onze buren van nr. 11 zijn mr. Willem Adriaan Pillera en zijn vrouw en hun dochter.

Hij was griffier van de Provinciale Staten van Holland.

Woestduin
nautz 4.jpg

1) Nieuwe Gracht, Haarlem

2) Huis Barnaart te Vogelenzang

3) Woestduin

4) Leyduin

5) Berkenrode

6) Wildhoef

7) Huis te Manpad

 

Kaart F.J. Nautz 1836 - 1837

In 1850 kocht Hendrik de buitenplaats Woestduin. 27 maart 1850 werd hier het nakomertje Iman geboren. Op de aangifte staat bij beroep van de vader 'zonder' wat wil zeggen dat Hendrik al op zijn 45ste rentenier was. Net als zijn broers (en vader) ging zijn hart uit naar landbouw en veeteeld. 

Enige levenstekens uit die tijd zijn prijzen die hij won op tentoonstellingen van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw. Eén voor mangelwortelen (1851) en eén voor aardappelen (1854). 

Christiaan van Lennep (1828 - 1908) was de zoon van de schrijver Jacob van Lennep en jkvr. Henrietta Sophia Wilhelmina Röell.  

Wilhelmina Adolphina van Wickevoort Crommelin  trouwde met zijn neef jkr. Jacob Alexander Röell. Hij heeft, net als Pieter Druijvesteijn, in Semarang gewerkt voor de firma Dorrepaal. De familie van Lennep woonde in Amsterdam en zomers op Woestduin. Zijn jeugdherinneringen zijn gepubliceerd in Jaarboek Haerlem (2001), p. 9-81. De heer Lardner was privé onderwijzer. 

De liefelijkste herinneringen uit mijn jeugd zijn verbonden aan het heerlijke Woestduin met zijn prachtige boomen, rechte statige lanen en slingerpaden, vijver, seringen en jasmijnen laantjes, moestuin en boomgaard met keur van ooft. Wij gingen gewoonlijk in het begin van Mei naar Woestduin en bleven er tot half November. Er was toen nog geen spoorweg zoodat wij in een groote char à bancs naar buiten reden en in November op dezelfde wijze terugkeerden. Op de achterste bank zaten mijn ouders met Saar tusschen hen in, dan daarover drie meiden, waarvan de keukenmeid een schotel met een mooie gebraden
ossenrollade op haar schoot hield. De Heer Lardner en de jongens waren op de voorste bank en de kattebak verdeeld. Het rijtuig stopte te Halfweg waar de dampende paarden te drinken kregen en te Haarlem voor het Hotel van Peters bij de Amsterdamsche Poort, welke Peters een diligence naar den Haag liet loopen, waarvan de bijzonderheid was dat de drie paarden altijd galopeerden.

blz. 8

Wij woonden te Woestduin eerst in het groote huis en later in 1841 in de gewezen oranjerie die tot woonhuis was ingericht en het voorrecht had de boomgaard te bezitten. Dit werd het kleine huis genoemd. Achter den tuin keek men op een vrij hoogen en steilen heuvel, die wij de groene berg noemden in tegenstelling van een hoogen zandheuvel buiten het hek van Woestduin bekend onder den naam ‘den witten Berg’.

Den volgenden morgen na Lardner’s komst begonnen de lessen in de leerkamer met zijn goudleeren behangsel van Arras een hertenjagt voorstellende hetwelk jaren daarna door een der latere eigenaars Crommelin of Volckert Barnaard te gelde werd gemaakt. De barbaar! Ik herinner mij dat Lardner mij op dien eersten morgen vroeg of ik al wat aan het fransch gedaan had, waarop ik met groote pedanterie antwoordde: o, ja! Als of ik al in die taal volleerd was. Daarop zeide hij
dat ik dan maar eens op de lei het werkwoord ‘être’ moest vervoegen, waarbij ik het akelig aflegde.

blz. 10 - 11

Woestduin werd, na het vertrek van mijn ouders verkocht aan den Heer Crommelin van Haarlem, vader van de echtgenoote van mijn cousin germain den Vice Admiraal Jhr. J. Röell. De koopsom is mij niet bekend maar na den dood van den Heer Crommelin werd het in 1875 gekocht door Jhr. Volkert Barnaard voor, ik meen ƒ 60000,- Hij liet het overtollige hout wegkappen en na zijn dood kwam het in het bezit van zijn eenigst kind Anna, die later huwde met Jhr. Lukas Boreel. Zij
verhuurde het aan Jhr. Willem Hartsen bij wien ik herhaald in den vinkentijd logeerde en die zoowel het groote huis als de buitenplaats zeer verfraaide. Het kleine huis was na ons vertrek bewoond door den Heer D’Ablaing van Giessenburg en daarna is het verhuurd aan arbeiders. De boomgaard was geheel vervallen. Na het vertrek van Hartsen heeft Jhr.Boreel van het huis een Hotel gemaakt en schande genoeg! het prachtige Woestduin bedorven door er wedrennen te laten loopen en het verlaagd tot een oord waar de mindere man zijn geld verwedt!

blz. 31

Woestduin_huis_ca_1900.jpg

Huis Woestduin

Ca. 1900

Woestduin huis in 1885.jpg

Huis Woestduin, achterkant.

1885

Woestduin 1907.jpg
Woestduin 1907 D.jpg
Woestduin 1907 B.jpg

ansichtkaarten paardenrennen Woestduin 1907

De kinderen

Henriette Elisabeth was de eerste die trouwde, op 9 juni 1859 te Heemstede met Mr. Jan Dionijs Viruly. 

Hij was in 1831 geboren te Rotterdam. Zijn ouders waren Michiel Viruly, heer van Vuren en Dalem, en Johanna Catharina Mathijssen.

De vader van Jan Dionijs was 'nieuw' geld. Hij was steenbakker en glasfabrikant en had in 1822 half Vuren en Dalem opgekocht, met een gedeelte van een steenfabriek.  Hij werd Heer van de Heerlijkheid Vuren. Daarbij hoorde ook een kasteel met alles erop en eraan. De familie Viruly raakte langzamerhand aan lager wal. In 1895 werd het kasteel afgebroken, omdat de familie niet wilde dat er iemand anders in kwam te wonen.

Jan Dionijs, één van de twaalf kinderen, was jurist in Leiden. Hij kocht de buitenplaats Leeuwenbergh te Stompwijk. Hier stierf hij in 1905. 

Henriette Elisabeth stierf in Den Haag, in 1934, op twee maanden na 100 jaar oud. Ze kregen twee kinderen.

Maurits Willem was de volgende. Hij trouwde 4 september 1862 in Den Bosch met Jkvr. Maria Henriëtte Wilhelmina de Jonge van Zwijnsbergen. 

Zij was in 1841 geboren in Helvoirt, dochter van Jhr. Marinus Bonifacius Willem, heer van Dreischor en Zwijnsbergen, president van de Tweede Kamer, en Adriana Gelinck. Maurits Willem was eerste luitenant bij het vierde regiment dragonders en vanaf 1891 consul van Nederland te Zürich. Daar stierven ze ook, Maurits Willem in 1910 en Maria Henriëtte Wilhelmina in 1926. Ze kregen vier kinderen. 

Aarnoud trouwde 5 oktober 1865 in Den Haag met Jkvr. Louise van Reenen. Zij was in 1845 in Amsterdam geboren, dochter van Jhr. Mr. Gerlach         Cornelis Johannes van Reenen, Heer van Loenen en Clara Frederica van de Poll.  Aarnoud was kassier bij de Kanaalmaatschappij. Deze Nederlandse vennootschap werd in 1861 opgericht.  Doel was het aanleggen van een kanaal tussen de Noordzee en Zuiderzee. De bouw van dit kanaal, het Noordzeekanaal, begon in 1865. In 1876 werd het kanaal geopend. Aarnoud en zijn gezin woonden in die tijd in Velsen. 

In 1887 stierf Aarnoud in Nieuwer-Amstel. Louise stierf in 1922 te Berkenrode. Ze kregen zeven kinderen.   

Wilhelmina Adolphina was de laatste die trouwde. Dit was op 12 september 1843 te Haarlem met Jhr. Jacob Alexander Röell. Hij was de zoon van 

Mr. Herman Hendrik baron Röell, Commissaris des Konings in Utrecht en Noord-Holland, en Elisabeth van de Poll. Jacob Alexander had een indrukwekkende carrière. Hij was officier marine, vice-admiraal 1892-1894, minister van Marine 1898 - 1901, adjudant van Prins Hendrik 1876-1879, van Koning Willem III 1879-1890, adjudant i.b.d. van koningin Wilhelmina 1891. Wilhelmina Adolphina en Jacob Alexander stierven allebei in Den Haag. Zij in 1920 en hij in 1924. Ze kregen vijf kinderen.  

Wilhelmine Adolphine va W. Crommelin 1866- 1920.jpg

Wilhelmina Adolphina

Jacob_Alexander_R_ell.jpg

Jacob Alexander

Iman tenslotte, het jongste kind, bleef ongehuwd. Hij was scheikundig ingenieur en werkte als afdelingschef van de Hollandsche IJzeren  Spoorwegmij. Hij stierf in 1938 in Amsterdam. 

HS Opregte Haarlemsche Courant 29 01 1872 .jpg

Een zeer liefdevolle overlijdensadvertentie

Opregte Haarlemsche Courant 29 01 1872

Hendrik Samuel heeft alle huwelijken van zijn kinderen kunnen meemaken. Hij stierf 26 februari 1874 op zijn geliefde Woestduin. Hij werd 69 jaar.

Bij zijn vrouw was Woestduin blijkbaar wat minder geliefd, ze verkocht het nog hetzelfde jaar aan haar halfbroer jkr. Volkert Barnaart voor F. 71.000. 

jkvr. Elisabeth Cornelia Amalia Barnaart ging naar Den Haag, waar haar jongste dochter woonde. Daar stierf ze op 21 april 1890, 80 jaar oud.

In ons pand woonde vanaf 1850 Cornelis Druijvesteijn met zijn gezin. 

bottom of page