top of page
huishelp.gif

Mr. P. Rendorp

Lid Gedeputeerde Staten

van Noordholland

Hij woont hier samen met:

Zijn vrouw Q. C. van Sijpesteijn

 

Woning

1813 - 1815

Eigenaar Jhr. W.P. Barnaart 1804 - 1851.
q quirina catharina van sijpesteijn.jpg

Querina Catharina

van Sijpesteijn

Anoniem, 1780 - 1790 

q anna maria Dedel.jpg
q bij dedel B. Coclers 1772.jpg

De ouders van Pieter.

L. B. Coclers 1772

Q salomon rendorp Johann Friedrich August Tischbein 1793 kleur.jpg

Broer Salomon

Mr. Pieter Rendorp  (Amsterdam 25 oktober 1759 - Haarlem, 3 december 1814, 55 jr. )

Zoon van Pieter Nicolaas Rendorp (1732 - 1773), brouwer en commissaris van Amsterdam, en Anna Maria Dedel (1738-1795)

Getrouwd (in de Grote Kerk) Haarlem 27 april 1783 met: 

Quirina Catharina van Sijpesteijn, roepnaam Catootje, ( Haarlem 9 juli 1760  -  Haarlem 6 juni 1816, 56 jr. )

Dochter van mr. Cornelis Ascanius V van Sijpesteijn, Heer van Moermont en Renesse en Noordwelle (1723- 1783)  o.a. burgemeester van Haarlem en ontvanger s 'Lands gemeene middelen, mederoprichter van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, en Elisabeth Anna Slicher (1726 - 1766).

Kinderen: 

Jhr. Pieter Nicolaas (Haarlem 28 augustus 1785 - Buitenzorg, Java 2 maart 1835)

Cornelis Joachim, roepnaam Cornelis, (Amsterdam 21 maart 1787 -  Zutphen 17 mei 1855, 68 jr.)

Elisabeth Anna Maria (Amsterdam 18 december 1792 - Amsterdam 28 januari 1796, 3 jr.)

Pieter Nicolaas werd ned. hervormd gedoopt, de andere twee kinderen Waals hervormd. 

De familie Rendorp

De opa van mr. Pieter Rendorp was ook een mr. Pieter Rendorp, Heer van Marquette (1703 - 1760).

Hij was brouwer te Amsterdam en o.a. kapitein van de burgerij 1725, raad Amsterdam 1731-1760, schout 1732, tussen 1746 en 1760 zeven keer burgemeester van Amsterdam, gedeputeerde ter Staten-Generaal 1736-1738. Zijn familie hoorde bij de rijke toplaag van Amsterdam. 

Pieter was een goede tekenaar en zeer geïnteresseerd in architectuur. Hij maakte de bouwtekeningen voor kasteel Marquette. 

q Pieter-Rendorp-1703.jpg

Opa Mr. Pieter Rendorp

q brouwerij de witte haan Cornelis Springer, Geldersekade1848.jpg

Brouwerij de Witte Haan

Cornelis Springer, 1848

Brouwerij De witte haan, op de hoek van de Geldersekade en de Recht Boomsloot, was generaties lang in het bezit van de familie Rendorp. 

De familie bezat tevens een mouterij en pakhuis op Kattenburg, genaamd de Paerel.

Pieter Rendorp trouwde in Amsterdam april 1727 met Margaretha Calkoen (1703 - 1728). Met haar kreeg hij een zoon, helaas stierf ze in het kraambed.

Joachim (Amsterdam januari 1728 - Amsterdam september 1792) 

Als oudste zoon erfde hij de titel Heer van Marquette. Hij trad in de voetsporen van zijn vader en werd, naast brouwer, ook burgemeester van Amsterdam. Hij en zijn vrouw Wilhelmina Hillegonda Schuijt kregen een zoon: Willem (1769 - 1827).

Het kasteel Marquette ligt ten noorden van het centrum van Heemskerk. Het werd al in ca. 1225 door Graaf Willem II gebouwd. Het speelde een belangrijke rol in de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Vanaf 1612 werd het kasteel 'Marquette' genoemd. Het kwam in 1716 in bezit van de Amsterdamse burgemeester Joachim  Rendorp (1671-1730), en het bleef in de familie tot de dood van jkvr. Pauline Johanna Rendorp vrouwe van Marquette in 1913. Deze Joachim  was de vader van Pieter. Pieter en later kleinzoon Joachim II hebben kasteel Marquette ingrijpend verbouwd. Zo werd de gevel van het kasteel vevangen door een hoge classicistische gevel naar de laatste mode.

q Amsterdam gesigten in de omstreken van Haarlem p j Lutgers, 1837- 1844.jpg

Gesigten in de omstreken van Haarlem, P.J. Lutgers 1837 - 1844.

q marquette wapenschild rendorp.jpg

Het wapenschild van de familie Rendorp in de gevel van kasteel Marquette.

Pieter hertrouwde Amsterdam januari 1731 met Agatha Maria Pancras (1700 - 1761). Met haar kreeg hij nog twee kinderen:

Pieter Nicolaas (Amsterdam maart 1732 - Amsterdam augustus 1773) Brouwer en commissaris van AmsterdamHij en zijn vrouw Anna Maria Dedel kregen twee zonen: 'Onze' Pieter (1759-1814) en Salomon (1767-1824).

Maria Agnes (Amsterdam november 1735 -  juni 1736) 

Agatha Maria Pancras was weduwe van Jacobus Trip, die zelf weer weduwnaar was van Maria Jacoba Six. Zodat we nu een paar van de rijkste families van Amsterdam bij elkaar hebben.

De familie van Sijpesteijn

Quirina Catharina was de dochter van Cornelis Ascanius V van Sypesteijn  en Elisaeth Anna Slicher. Ze was de jongste van zes kinderen. Haar twee jaar oudere broer Wigbold trouwde later met Petronella Catharina van Wickevoort Crommelin. 

Zie verder familie van Sijpesteijn

Pieter en Quirina Catharina

Terug naar 'onze' mr. Pieter Rendorp. Zijn ouders woonden op de Herengracht. Hij was 12 toen zijn vader stierf. Op zijn 18e maakte hij een reis naar Frankrijk, waarvan hij uitgebreid verslag deed, in vloeiend Frans. De verslagen zijn gericht aan ene 'Monsieur', misschien zijn voogd. 

q reisverslag 1 parijs 1776 - 1777.jpg
q reisverslag 2.jpg
q reisverslag 3.jpg
q reisverslag 4.jpg
Q reisverslag 5.jpg

Zijn bezoek aan o.a Fontainebleau 13 oktober 1776.

Pieter studeerde, net als zijn vader en broer, in Leiden af in de rechten. Hij was brouwer, kapitein van de burgerwacht en van 1782 tot 1795 secretaris van de stad Amsterdam.

Zijn vader en oom Joachim waren brouwers in de familiebrouwerij De witte Haan. Na de dood van zijn vader werd de zaak voortgezet door zijn moeder en oom Joachim, hemzelf en zijn broer Salomon, ieder voor 1/ 4 deel eigenaar. Overigens bemoeiden ze zich niet met de dagelijkse gang van zaken in de brouwerij. Dit lieten ze over aan een zaakwaarnemer. Pieter en zijn moeder stelden deze zaakwaarnemer aan. 

Pieter leefde in een zeer roerige tijd. 

De Patriottentijd (1781-1787) was een periode van politieke spanningen tussen aanhangers van stadhouder Willem V  en de patriotten, burgers die de stadhouder beschuldigden van het verval van de Republiek en meer politieke inspraak eisten. Er kwam een golf van pamfletten, spotprenten en tijdschriften van beide groepen, die de andere partij zwart maakte. Maar er werden door patriotten ook vrijkorpsen opgericht, groepen van burgers die zich bewapenden, met als doel de macht over te nemen. De omkeer kwam in 1887, toen de vrouw van stadhouder Willem V, Wilhelmina van Pruisen, bij Goejanverwellesluis werd aangehouden door een groep patriotten en zij de hulp inriep van haar broer. Haar broer zond een leger die de patriotten met groot gemak versloeg. In 1795 keerde het tij weer. In 1789 was de Franse revolutie en in de winter van 1794 kwamen Franse troepen in Nederland. 1795 werd de Bataafse Republiek gesticht. 

1782

6 maart 1782 werd Pieter benoemd tot kapitein van de schutterij in wijk 10. 

Wijk X omvatte van 1684 - 1794: 

De Hooft-brug, de Lastage langs tot de noorderhoek va de Jonkerstraet. desselfs sijde tot de tweede dwarsstraet, de zuydzijde v de Wael na de Bantemerdtraet, de Nieuwe-Bantemerbrug over, de noordzijde van 't Nieuwe Waels eyland tot de westzijde van de Nieuwe- ofte Groote-Schippersstraet, die door aen dezelve zijde tot op de zuydzijde van de Waels-Buytenkant, die langs tot weder aen de Hooft-brug, voort alle, de stegen en straten daarin begrepen.

30 april 1782 kocht moeder van Pieter, Anna Maria Dedel, een 'Huis, stal, koetshuis en erven, bezuiden de Wolvenstraat, aan de Keizersgracht'.

1783 

27 april 1783 huwelijk te Haarlem. Pieter was 24 jaar, Quirina Catharina 23. Pieter was naast brouwer secretaris van de stad Amsterdam en woonde op de Keizersgracht, tussen de Wolven- en Huidenstraat. Broer Salomon woont ook in de buurt, op de Keizersgracht bij de Wolvenstraat Hij was naast brouwer advocaat. 

q ondertrouw Haarlem 27 04 1783.jpg

1785

31 juli 1785 geboorte zoon Pieter Nicolaas te Haarlem. Hij werd 28 augustus tegelijk gedoopt met zijn neefje Cornelis Ascanius van Sijpesteijn. 

q doop haarlem 28 augustus 1785 pieter nicolaas.jpg

Doop Grote kerk Haarlem

1786

9 november 1786 werd in de notulen van regenten genoteerd dat 'op verzoek van burgermeester Jochem Rendorp als brouwer en leverancier der bieren, is die leverantie gegeven en overgetekend op de naam van Pieter Rendorp'.

q Nederlandsche courant 01 12  1786 A.jpg

Nederlandsche courant 01 12 1786 

'Geen de minste verpligting hebt gy VRIJE BURGERS immers aan zulke Kapiteinen, die durven zeggen; dat het U niet vrylaat de daaden van den souverain te beoordeelen. Of zo als de Kapitein Rendorp zegt: met zwygen. moet gy Uw goedkeuring te kennen geeven. Neen, dit zijn in een Vrye Republiek geen Menschen die Eer of Achting waardig zyn'. 

Het was in deze tijden nooit best wanneer je naam genoemd werd...

1787

21 maart 1787 geboorte zoon Cornelis Joachim te Amsterdam.

Pieter nam 2 april 1787 ontslag als kapitein van de schutterij, anderen namen ook ontslag, of werden ontslagen door de nieuwe patriottische regering.  Zij werden, terecht of onterecht, verdacht van orangistische sympathieën. 

10 april 1787 werd een akte van attestatie (getuigenverklaringen om gebruikt te kunnen worden in eventuele rechtzaak) opgemaakt. Het ging over 'slechte discipline bij schutters van wijk 10; schutters weigeren in gelederen te lopen vanwege modder op straat; brutaal tegen officieren'. De attestatie werd opgesteld op verzoek van Pieter Rendorp,  kapitein van wijk 10. Eigenlijk dus ex - kapitein. In de attestatie o.a. de vreselijke vloek (onderstreept in het verslag) van een muitende schutter: 'Naakende Donders, zijn dàt officieren'.

28 mei 1787 werd het huis van burgemeester (en oom) Joachim Rendorp aan de Singel (nu nr. 292) door patriotten geplunderd. Joachim en zijn vrouw konden zich ternauwernood redden door naar de tuin van de buren te vluchten. Een groot deel van zijn prachtige kunstverzameling werd kapotgeslagen. 

q Cornelis Brouwer, 1787.jpg

Cornelis Brouwer 1787

In de herfst werd door Pruisische troepen de rust (tijdelijk) hersteld. De Patriottentijd was voorbij en de Orangisten hadden weer de macht.  

q schutterij.jpg
q schutterij B.jpg

Uniformen van de nieuwe Amsterdamse schutterij in 1783 en na de inval van de Pruisen in 1787.

S.G. Casten, 1795 - 1796

In december 1787 werd Pieter in zijn oude functie als kapitein van de schutterij hersteld, door 'den Heer Erf Stadhouder' en de nieuwe krijgsraad, als ontslagen door  'den ouden onwettigen krijgraads' en 'getrouw gebleven, en aan 's Lands Constitutie en aan deeze Stads regeering'.  

q Amsterdamsche courant 29 12 1787 eerherstel schutterij.jpg

Amsterdamsche courant 29 12 1787

Ondertussen was Peter natuurlijk ook secretaris van de stad Amsterdam. Maar in deze functie werd hem het leven pas  echt zuur gemaakt in 1795. 

1792

21 september 1792 overleed oom Joachim.

6 november 1792 verkocht de moeder van Pieter, Anna Maria Dedel, haar huis aan de Keizersgracht, samen met 'vier geele zijde damaste glasgordijnen en vallen, zes fauteuils, en een canape in de zoogenaamde geele kamer'. Ze vertrok waarschijnlijk naar haar buitenplaats Schoonenberg in Velsen. 

18 december 1792 geboorte dochter Elisabeth Anna Maria te Amsterdam. 

28 december 1792 huwelijk broer Salomon Rendorp en Johanna Ferdinanda van Collen te Amsterdam. Hij was 25 jaar, zij 18. Ze trouwden in de Waalse kerk. Salomon werd geadsisteerd met zijn moeder. Allen woonden op de Keizersgracht. Salomon en Johanna Ferdinanda kregen vier kinderen; Pieter Nicolaas Henrick (1793 - 1798), Susanna Cornelia (1794 - 1878), Ferdinand (1797 - 1878) en Agatha Agnes Wilhelmina (1804 - 1825).

1795

Nederland was, na de inval van de Fransen, nu de 'Bataafse Republiek'. 

Alle 'oude' bestuursvormen moesten natuurlijk 'vernieuwd'.  

9 oktober 1795 werden acht van de tien secretarissen van de stad ontslagen. Hieronder Pieter Rendorp.

q Jaarboek van het Geootschap Amsteodamum 1914 .jpg

Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum 1914

En het krantenbericht uit de tijd zelf:

q Nationaale courant 21 10 1795 .jpg

Nationaale courant 21 10 1795

Pieter (en anderen) hebben dit ontslag via vertogen en requesten nog  tot 1813 aangevochten. 

29 september 1795 stierf moeder Anna Maria Dedel te Amsterdam, ze werd begraven in Bloemendaal.  Haar twee zonen verdeelden de boedel (bestaande uit obligaties) in grote harmonie. 

1796

28 februari werd 'Een kind van Pieter Rendorp Elisabeth Anna Maria' begraven in de Nieuwe kerk in Amsterdam. Ze werd drie jaar. 

22 maart 1796 sluiten Pieter Rendorp, wonende op de Keizersgracht bij de Leidsestraat, en Salomon Rendorp, wonende op dezelfde gracht bij de Spiegelstraat, een contract wegens de administratie van de brouwerij de Haan, waar zij beiden voor de helft eigenaar van waren. 

1798

q Nationaale Bataafsche donderdagse courant 12 04 1798 .jpg

Nationaale Bataafsche donderdagse courant

12 04 1798

Weer de naam P. Rendorp op negatieve manier in de krant.

1803

Misschien was dit krantenartikel de laatste druppel, want in 1803 blijkt het gezin in Utrecht te wonen. Dat weten we uit een akte van 16 december 1803, waarin Pieter, wonende te Utrecht, voor 12000 gulden zijn hofstede 'Jagtlust' in Hilversum (nu s' Graveland) verkocht. 

q Huize Jagtlust, 1898.jpg

Huize Jagtlust

1898

Twee jaar later werd het door de familie Six grondig verbouwd.

1811

Wigbold van Sijpesteijn, de twee jaar oudere broer van Quirina Catharina, heeft in zijn archief zeven brieven van zijn zus en zwager bewaard. De brieven zijn van 1807 (een), 1808 (een), 1810 (drie), 1811 (een) en 1812 (een).  Behalve de twee oudste brieven gaan ze allemaal over het vinden van een huurhuis in Haarlem. Ze spelden de krant uit en vroegen dan Wigbold om nadere informatie, want het zelf reizen naar Haarlem was te bezwaarlijk. Zwager de Lange had een huis voor ze, maar vroeg teveel geld. Ze probeerden lang het bedrag naar beneden te krijgen. Barnaart had voor hen een huis in de Zijlstraat maar daar hoorde ze niets meer over. Alles werd vergeleken, zo hadden ze in Utrecht nog weinig last van de verplichte inkwartiering van soldaten, en was het vlees goedkoper dan in Haarlem, maar in Haarlem was de groente weer goedkoper. Toch eisten ze niet veel: Rendorp berekende aan zes kamers genoeg te hebben. Twee zitkamers, een slaapkamer voor hem en zijn vrouw en één voor zoon Cornelis, en dan nog een kamer voor zijn boeken 'welke nogal veel plaats beslaat'. 

Maar geld bleef het probleem. in een brief van 4 oktober 1810  schreef Rendorp: 

'Ik moet bekennen dat de prijs, voor welke het huis van Walré opgehouden is, teregt door u een spotprijs genoemd wordt, en men zou alligt in verzoeking gebragt worden om er naar te dingen dan ook hoe gering ook de som waarlijk is, zou ik mij zeer verlegen vinden  om die te voldoen en zeker genoodzaakt om de gelden provisioneel op te nemen.' 

Catootje miste vooral de zomers, het bos en de tuinen in en rond Haarlem. Wel vroeg ze zich af of ze nog echt kon aarden in Haarlem, daar de stad sinds haar jeugd zo veranderd was.  Af en toe brachten ze zomers een bezoek aan Barnaart in Vogelenzang, dat maakte altijd hun heimwee goed. 

In de laatste bewaarde brief van 16 februari 1812 scheef Rendorp o.a.: 

'Wij genieten tans door Gods goedheid nog al ene redelijke gezondheid op Cornelis echter na, die wat sukkelt aan de gevolgen van zich gebrand te hebben, en rumatieke pijn in het hoofd. Omtrent onzen komst te Haarlem durven wij nog niets te bepalen: de blootstelling aan koude en guur weer is voor geen van ons beide raadzaam, en het 't huis best is bijzonder van applicatie in den winter.'

Een teken van leven uit Utrecht.

12 december 1811 kocht Pieter op een openbare verkoping een 'Potlood pen en lorgnet, twee gulden en tien stuivers'.  We weten nu ook het adres van het gezin: het Sint Jans Kerkhof. 

q veiling Utrecht.jpg

1813

2 maart 1813 verscheen o.a. Cornelis Joachim, op verzoek van mr. Herman Arnoldus Crommelin voor het Vredegerecht van Haarlem. Het ging om een 'akte van bekendheid' om te bewijzen dat de vrouw van Crommelin was overleden, nalatende drie minderjarige kinderen. 

Cornelis was 'wonende te Haarlem'. De vraag is natuurlijk of hij bij zijn ouders woonde en zij dus ook al naar Haarlem waren verhuisd. Cornelis was op dat moment 26 jaar, zonder beroep. Ik neem echter aan dat zijn ouders het geluk hadden nu ons huis van Barnaart te kunnen huren.

3 april 1813 besloot Napoleon tot de oprichting van een nieuw legerkorps, van 10.000 man, de Garde d' Honneur. Hiervoor werden ongehuwde zonen van 19 - 30 jaar uit bemiddelde families van goede huize opgeroepen. Remplacering, vervanging tegen betaling, waarmee tot nu toe de meeste van deze jongens uit het Napoleontische leger wisten te blijven, was bij dit elitecorps niet mogelijk.  De enorme kosten voor het uniform en bewapening moesten zelf betaald worden. Families met maar één zoon werden uitgezonderd, maar moesten verplicht geld storten in een fonds, zodat ook vrijwilligers uit onvermogende families volgens de regels konden worden uitgerust. 

'Alsnog werd voorgeschreven, dat de gardes als huzaren zouden worden uitgerust en gewapend, de soldij zouden genieten van jagers der garde te paard = fr. 1.25 per dag en na 12 maanden dienst den rang van sous-lieutenant konden bekomen. Als formatieplaats was aangewezen voor het 1ste regiment Versailles, voor het 2de Metz, voor het 3de Tours en voor het 4de Lyon. Vermelden wij nog het aanschaffen van een rijpaard, waarin de regeering tegen een bedrag van 800 tot 1000 francs voorzag en welke dieren meerendeels in slechte conditie verkeerden; vervolgens de monteeringskosten en voorts den flinken zakduit, die den jongelui bij hun vertrek van huis werd medegegeven, dan kan men nagaan, tot welk een opoffering de ouders der gedesigneerden zich verplicht hebben gezien. 

Hoewel het als een gunst werd voorgesteld, in deze lijfwacht te worden opgenomen, werd niettemin met ontzetting het decreet hier te lande vernomen. Dat kon ook moeilijk anders en laat zich verklaren uit het feit, dat Napoleon zich gehaat en gevreesd maakte, doordien de handel nagenoeg stilstond, tal van kantoren hun betalingen hadden moeten staken, de tiërceering tot bezuiniging dwong, alle weelde was verdwenen en er groote ellende onder het volk geleden werd. Men wist niet, waarmede het eindigen zou, vermits reeds zoovele jongelieden het jaar te voren hun dood in de steppen van Rusland hadden gevonden.'

De Nederlandsche gardes d'honneur van 1813/'14. C.F. Gijsberti Hodenpijl. ​De Tijdspiegel. Jaargang 63 (1906)

juni 1813 werd ook Pieter Nicolaas Rendorp, de zoon van Pieter en Quirina Catharina, opgeroepen. In zijn stamboek werd vermeld dat zijn woonplaats Utrecht was. Hij had, net als zijn vader en opa, rechten gestudeerd, en was sinds 1806 auditeur bij de staatsraad. Hij woonde zelfstandig. Of hij een van de weinige vrijwilligers was is onbekend. In ieder geval maakte hij een bliksemcarrière in het leger. 

Na een opleiding van nog niet eens twee weken gingen de gardisten 26 juni op pad. Ongeoefend en op ongeoefende paarden.

'Van uit Amsterdam vertrokken 151 gardes successievelijk in vier detachementen, welke de lichting van het departement van de Zuiderzee uitmaakten. Zes jongelieden, die geweigerd hadden op te komen, werden door gendarmes naar Metz gevoerd; 33 hadden zich vrijwillig aangegeven en 124 waren er gedesigneerd. Vier jongelieden werden aangesteld, om deze detachementen naar Metz te geleiden, te weten: de H.H. Hodshon het eerste, Rendorp het tweede, Clifford het derde en Scharff het vierde detachement. Van dit contingent zegt Boymans in zijn bekend werk Le Garde d'honneur, dat de paarden zich in goede conditie bevonden en de jongelui goed uitgerust waren, maar dat het hun aan volstrekte geoefendheid ontbrak. Op het Drilveld te Amsterdam hadden zij van Fransche officieren een korte opleiding ontvangen en van die weinige kennis voorzien, konden zij zich op marsch begeven.' 

'Enkele Hollandsche gardes d'honneur mochten zich tot officier zien benoemd. De garde d'honneur Clifford is de eenige Nederlander geweest, die tot eersten luitenant werd aangesteld, in welken rang hij den 11den September 1813 bij het 2de regiment bevorderd werd. Een maand te voren, den 14den Augustus, was hij tot wachtmeester bij de 11de compagnie van het 2de regiment benoemd en hij zag zich vervolgens overgeplaatst bij de 9de compagnie. Als tweede luitenant hebben bij genoemd regiment gediend de H.H. De Lannoy, Hodshon, Rendorp, De Pesters, Van den Heuvel, De Vreede en Nypels

De Nederlandsche gardes d'honneur van 1813/'14. C.F. Gijsberti Hodenpijl. ​De Tijdspiegel. Jaargang 63 (1906)

q stamboek Pieter Nicolaas rendorp.jpg

Stamboek Pieter Nicolaas

q Het vertrek van de Garde d’honneur uit Amsterdam, ets van Reinier Vinkeles 1813.jpg

Vertrek van de gardes d'honneur uit Amsterdam.

Abraham Vinkeles, 1813

Alle gardisten hebben op 16 - 19 oktober 1813 de Slag bij Leipzig meegemaakt...

1814

19 maart 1814 werd o.a mr. Pieter Rendorp ten verzoeke van Willem Philip Barnaart opgeroepen voor een vredegerecht. Het ging om het toewijzen van een toeziend voogd over de kinderen na het overlijden van diens eerste vrouw Elisabeth Cornelia Hillegonda Teding van Berkhout. Pieter was 'behuwd oom van de overledene'. Het is het eerste harde bewijs dat hij in Haarlem woonde, twee deuren van Willem Phillip Barnaart vandaan. 

11 september 1814 werd Pieter aangesteld als lid der Gedeputeerde Staten van Noordholland voor de stad Amsterdam. Het moet gevoeld hebben als een eerherstel. Het werd dan ook nadrukkelijk vermeld in de overlijdensadvertentie, de akte van overlijden en het testament.

q Nederlandsche staatscourant 12 09 1814 .jpg

Nederlandsche staatscourant

12 09 1814

3 december 1814. Het treurige nieuws is dat Pieter er maar heel kort van heeft kunnen genieten. Hij overleed in ons huis, 55 jaar oud.

q overlijden mr Pieter Rendorp 03-12-1814 haarlem.jpg

Overlijdensakte

q Opregte Haaremsche Courant 06 12 1814 overlijden .jpg

Opregte Haarlemsche Courant

06 12 1814 

December 1814 na het overlijden: procuratie en testament van Pieter Rendorp. Het testament is in het Frans, één bladzijde later vertaald.

q testament rendorp 1814 A.jpg

1

q testament rendorp 1814 B.jpg

2

q testament rendorp 1814 C engels .jpg

3

q testament rendorp 1814 D utrecht.jpg

4

q testament rendorp 1814 E.jpg

5

q testament rendorp 1814 F.jpg

6

q testament rendorp 1814 G vertaald.jpg

7

q testament rendorp 1814 H.jpg

8

q testament rendorp 1814 I.jpg

9

1815

1 april 1814 stelde Quirina Catharina, wonende Nieuwe Gracht wijk 6 - 248, de heer Willem Laurens van Coeverden, wonende te Amsterdam,  aan als

executeur testamentair. 

1816

6 augustus 1816 overleed ook Quirina Catharina, 56 jaar. Ze woonde inmiddels Jansstraat wijk 1 - 3 (huidige nr. 85).

q Opregte Haarlemsche Courant 10 09 1816 overlijden Sijpesteijn.jpg

Overlijdensadvertentie

Opregte Haarlemsche Courant

10 09 1816 

24 november 1816 werd Pieter Nicolaas Rendorp bij Koninklijk Besluit verheven in de adelstand. 

Hoe het verder ging:

1817 trouwde jkr. mr. Pieter Nicolaas Rendorp met jkvr. Catharina Druijvestein. Ze kregen vier kinderen. 

1824 overleed Salomon, de broer van Pieter, op zijn buitenplaats in Vreeland. 

1830 trouwde te Driel, gemeente Overbetuwe, Cornelis Joachim met Christina Louisa Staring. Hij was 43 jaar en zij 26.

Cornelis Joachim was niet, zoals zijn broer vader en opa, afgestudeerd in de rechten. In de procuratie van december 1814, opgesteld na de dood van zijn vader, was hij 'geëmploieerde bij het Bureau van den Civilen Staat te Haarlem'. In alle andere akten werd hij omschreven als 'zonder beroep' (wat in die tijd betekende dat je geld genoeg had om te rentenieren). Maar misschien was er iets mis met hem en was hij niet in staat te studeren of te werken. Juni 1853 werd hij, op aanvraag van zijn vrouw, door de rechter opgenomen in een krankzinnigengesticht in Zutphen.

Hier stierf hij 17 mei 1855, 68 jaar oud. Hij en Christina Louisa kregen desalniettemin 5 kinderen.

q cornelis Joachim krankzinnigheid juni 1853 zutphen.jpg

Patienten register Zutphen

En tenslotte: Brouwerij De Witte Haan bleef tot 1888 in de familie Rendorp. 

bottom of page