Testament
Mejonkvrouwe Cornelia Wilhelmina Philippina Druijvesteijn laat 8 augustus 1856 haar testament opmaken voor notaris AEgidius Walaardt Sacré.
Ze woont dan op kamers in de damstraat wijk 1 nr 865.
A
B
C
D
Ik ondergetekende herroep en vernietig alle mijne vroegere uitersten wille beschikkingen en geheel op nieuw beschikkende, geef legateer en bespreek ik vrij van de belasting op het regt van successie en van alle andere belastingen onder welke benaming ook op legaten ten behoeven. van de staat gelegd.
Legaten gemaakt, door mij ondergetekend aan mijn broeder, en zusters, en verdere bloedverwante
Nr 1
Aan mijn broeder Jan Willem Druijvesteijn de groote lamp. met balons en standaart de vergulde penant tafel, met marmer blad, en blikke bloemen bak die
er bij hoort. bij zijn overlijden, aan zijn bijde kinderen Pieter, en Cornelia Druijvesteijn.
Pieter Druijvesteijn mijn caset met schrijf behoefte van leder.
Aan Keetje Druijvesteijn. zijn dochter de groote naaij doos.van palissander hout
Nr 2
Aan mijn zuster Anna Cornelia van Oijen en Echtgenoot, mijn cabinet met de vijfstellingen daar op behoorende zijnde de vliegende draak, mijn mosaïk snuif doosje het vaas van Sevres en het ronde tafeltje van mijn dierbare moeder gekregen, en hun bijde portretten, terug
Nr 3
Aan Jacoba en Richemont een flacon en het ledikant. terug dat ik van hun gekregen heb. wit werkershout aan hun dochter Philippine Ludwich het schilpad ronde doosje, met haar sujet, met veeren zijnde het haar. van haare moeder en broeders in de oost overleden.
Nr 4
Henrij Barnaart. de groote spiegel en zijn vrouw een werkdoosje, of iets dat haar genoegen doet. aan hun bijde kinderen de groene flacon met witte stop. die zij mij Cadeau gedaan hebben
Nr 5
Betti Crommelin gebore Barnaart mijn toilet spiegel en aan haar oudste dochter een werk doosje.
Nr 6
Volkert Barnaart de verlakte vazen kopjes en doosjes.
Nr 7
Mina van Tets en Marie Barnaart ieder een doosje of mandje, en noch een souvenir dat hun aangenaam is.
Nr 8
Rudolph het kleine klokje Edouard mijn wijn glas. als het in leven is. anders, wat naar zyn zin uitzoeken
Nr 9.
Jan Barnaart mijn citroen houte caset.
Nr 10.
Maurits Barnaart. Een paar vaasjes.
Nr 11.
Mimi Barnaart dochter van Herman Barnaart. een werk doosje of mandje en een paar beeltjes.van de schoorsteen.
Nr 12.
De Dochters van Cornelis Druijvesteijn. myn broeder. de speld met haer van hun vader. en aan de eerst getrouwde het kleinste ronde tafeltje.
Nr 13
Henry. Druijvesteijn mijn secretaire en zijn portret.
Nr 14.
aan Jan Druijvesteijn mijn Boeken met het boeke hangertje. en twee kandelaars.
N=o 15.
Cateau van Doorninck gebore Rendorp. de kleine spiegel, en het ringetje rond haar sujet van haar moeder.
Nr 16.
Oscar Rendorp. mijn kleine lampje en balons en standaard.
Nr 17.
Jaap van Sijpesteijn Een fauteuil met zes stoelen met zwart trijp. en de groote ronde tafel.
Nr 18.
Anna Delcourt gebore van Sijpesteijn mijn verlakt kasje
Nr 19.
Jan Willem van Sijpesteijn. 6 matte stoeltjes, en kleine kagchel en de schilderijen
Nr 20
Maria Béatrix van Hasselt gebore van Sijpesteijn het mahonihoute thee blad med kopjes. het tafel goed. Lakens, en slopen. en zes beste thee doeken.
Nr 21
Ascanius van Sijpesteijn de etagère met kralen en wat er op staat en de beste thee stoof met rood aarde ketel.
Nr 22
De beide dochters van Willem Abraham Druijvesteijn al mijn ondergoed, japonnen hoeden, mantels schaals. uitgezonderd de lange schal met palmen en zwarte grond die aan mijn zuster Jenny. Druivesteyn gebore de Formy. en ook aan haar Edele alle mouwen kragen en verder toilet artikelen als mutsen linten en doekjes.
Aan mietje Rietford een goede snuif doos. en mijn latafel indien zij overleden is aan mijn meid, bij mij wonende
Haarlem.
Getekend den 5. Augustus 1856.
C W: P: Druijvesteijn.
Nr 23.
Ik verzoek ook het zilvere thee goed bestaande uit trekpot pattipan* , melk kan, en thee kisje met lepeltjes. ter overneming word aangeboden aan een uit de famille
en het geld hier van bij mijne overgebleven gelden word gevoegd.
C W: P: Druivesteyn
Haarlem den 5 Augustus 1856.
* pattipan is schoteltje voor onder de trekpot
Voorts stel en benoem ik tot erfgenaam van alle mijne verder nagelaten goederen roerende en onroerende, die mijne zuivere nalatenschap zullen uitmaken, geene hoe ook genaamd daar van uitgezonderd: Myn neef Jacob Wigbold Ascanius.
van Sypesteyn te Haarlem woonachtig en hij voor mij overleden zijnde den Heer Jan Hendrik Brinkman Makelaar te Haarlem
C: W: P: Druivesteyijn
Haarlem den 5. Augustus 1856.