1691 en 1693
Twee vermeldingen in de 'Financiële administratie van de ontvangst Rekeningen van de verponding. 100ste en 'vergoeding' (= 200ste penning) in de Nieuwe Uitleg 1672-1724.'
Anna Vooght, weduwe van Jan Cruijwagen koopt twee kavels in 1691, en in 1693 nog twee aangrenzende kavels.
1697 7 en 11 september. Splitsing van de kavels
De dubbelslag van Salomon van Echten.
1)
kantlijn: n[ot]a geen brieff te schrijven]
Meijndert Prins soo voor hem selven nominus uxoris [namens zijn vrouw] en[de] als last en[de]
procuratie hebbende van Corn[elis] van Buuren not[ari]s tot Amste[rdam] en[de] voor Juffr[ouw]
Anna Croost meederjarige d[ochte]r mede erffgen[aem] van haar moeder Anna Voogd, laetst
we[uw]e van Jan Cruijwagen mitsgaders den voorn[oemde] Corn[elis] van Buuren en[de] s[injeu]r
[of sieur] Evert Storincq beijde als voogden over Hendrick Cruijwagen soon en[de] mede
erffgen[aem] van de voors[eijde] Anna Voogd volgens deselve procuratie gepasseert voor den
not[ari]s P[iete]r van Akersloot tot Amste[rdam] en[de] sekere getuijgen in dato den ii x bris [=
december] 1694 [2-12-1694] draecht in deselve qualiteijt tot eenen vrij en eijgen aen den E[dele]
Salomon van Echten twee ledig leggende erven op de eerste [kantlijn: 1e nieuwe graft] nieuwe
graft belent ten oosten s[injeu]r [of sieur] Van [de] Hove, ten westen ...., achter streckende aen
de voorn[oemde] Van [de] Hove en[de] m[eeste]r Romeijn de Hoge al vrij en[de] voorts sulx
en[de] in allen schijn als de voors[eijde] erven ter plaatse voors[eijd] gelegen sijn en[de]
v[er]coper in q[ualit]e voors[eijd] heeft toebehoord
Om ii c lxxv [275] car[olus] g[u]l[den]s contant geld
Actum den 7e septemb[er] 1697
2)
den heer Salomon van
egten draegt op tot eene vrij en eige aande hr
isaack van Hove twee ledig leggende erven
op de.eerste nieuwe gragt belent ten oosten
de koper, ten westen de erven van de wed Cruijwagen
agter streckende aan de ridderstraat, alvrij
ende voorts sulc erin alles so sijnd als de voorsz
erven ter plaatse voorsz gelegen zijn ende de co-
per heeft toebehoort
om III C LXXV car guldens contant geld
actum den 11 september 1697
kantlijn:
geligt den 26 10 1697
Alsvoren
1703 22 juli
Isaack van Hove (Hoven) verkoopt de kavels door aan mr. Herman Gerlings. Buurman westkant (ons pand) is mr. Quirijn van Strijen.
den h. isacq van hove draegt op tot een vrij ende eijgen
aen den heer mr. herman gerlings raed ende outschepen deser
stad mitsgaders bewindhebber van de ,,,,
seker compagnie der camere van amsterdam
op de eerste nieuwe gragt belent ten oosten den verkoper #
ten westen den heer mr. quirijn van strijen // agter
aande ridderstraat, alvrij, endevoors sulkz ende en all
schijnd als de voors erve er plaetse voors gelegen sijn ende
den verkoper heeft toebehoort ende oude brieven en verder
beschijden, de heer coper over..everen sijn medebrengende
eersten gragt
# van acgter tot voors
met gemene muijren
en huijzingen
// van vore
met gemene muijren
en huijzinge, achter
met eijgene muijr
soo verre het getimmert
van deselve hr van strijen
aldaer is streckende
om 700 carolij guldens contant gelt actum
den 22 julij 1703
hend. coning h vladeracken
1709 11 juli. Verkoop door deurwaarder
Hendrik de ram
deurwaarder vant comptoir van de gemeene
middelen binnen dese stad als bij de ed[el] mog[ende]
heren gecommiteerden raden van de staten van holland
en[de] westfriesland in dato den 24 septemb[er] 1705 geautho-
riseerd tot het doen van d'obdragt vant navolgen
de huijs, met de tuin daar achter # draegd op
in deselve qualite aen de heer mr Quirijn
van Strijen secretaris binnen de gemelte stad
een huijs met den erve, staende ende leggende
op de nieuwe heeregraft met een thuijn
daar agter, uitkomende met een woon en
pakhuijs in de ridderstraaat, belent van
# toebehoord hebben-
de meijndert prins
gewesen pagter
als in huwelijk
hebbende barbara
Cruijwagen
voor tot agteren aan de eene sijde de wed[uw]e vande
ed[ele] m[eeste]r romeijn de hoge en aande andere sijde de heer
m[eeste]r herman gerlings raad en oud schepen deser
stad met gemenen muijren en heijningen, behalven
t huis in de ridderstraat dat een eijgen muijre
heeft, al vrij, en[de] voorts sulx en in allen schijne
als t voort[seijde] huijs en[de] thuijn ter plaetse voors[eijd]
gelegen is en de vercoper in qualiteit voors[eijd] heeft toebe-
hoord
Om VII M [7000] 1 C [100] LXXV [75] car[olus] gul]den] [7175 gulden dus] te betalen contant geld
bijwelcke voors[eijde] betaling der cooppenningen ter
comptoire voornoemt de ed[el] mognende] heeren gecomm[itterden] raden
vande ed[el] groot mognde] heeren staten van
holland en[de] westvriesland de voors[eijde] huijsinge
cum annexis uit het legael verband
t gunt het gemeene land op deselve is competerende ontslaen, in gevolge van haer ed[el]
mog[ende]
appoinct[ement] in dato den 10 augusti 1701.
actum den 11 julij 1709
1715 15 mei. Ds. Alardin erft huis en erf
De heer m[eeste]r Mattheus Geraers
raad der vroedschap deser stad, als last en[de] procuratie
hebbende van vrouwe Isabella Geraerds wed[uwe] en[de] ge-
institueerde erffgenaem onder beneficie van inventaris
van de heer m[eeste]r Quirijn van Strijen in sijn Ed[eles] leven
secretaris deser stad, volgens deselve procuratie
gepasseert voor den notaris Melchior van Cleynen-
berg en[de] sekere getuijgen binnen dese stad, in dato den
2e januarij 1715. Draagt op in deselve qualiteit
tot eenen vrij en eijgen aen de heer Abraham
Alardin bedienaer des Goddelijken Woorts
Binnen dese voors[eijde] stad, een huis met den erve, staande en[de]
leggende op de Nieuwen Heregraft, met een schuur [?].
daeragter,en verders een nieuw woonhuys en[de]
pakhuys, welk pakhuys althans tot een stalling
is geapproprieert en boven voorsien met [-]
camers tot hooijsolders of andersints, streckende
tot aan de Ridderstraat, belent van vooren
tot agteren en ten oosten de heer Isaak Craijesteijn
met gemeene muijren, soo verre als dit huys in de
hoogte betimmert is,alsoo t gene daer boven ge
timmert is aen de voor[noemde] heer Craijesteijn alleen
toebehoord, wijders met gemeene heijningen behalven
ook 't huijs in de Ridderstraat dat een gedeelte.
Eijgen muijre.heeft, nametlijk al wat boven
de seven voeten gebout is, buijten de stal van de
heer Craijestijn sijnde de rest gemeen. En[de] ten westen.
d[e] erffgen[aemen] van de heer Romeijn de Hooge met gemee-
ne muijren van vooren tot agteren, selfs ook
van de stal, uitgesondert al wat agter aen dit
huijs getimmert is, boven het getimmerde huijs
van de voors[eijde] de hooge, waarvan de muijren alleen
aen dit huijs gehoort, sullende den coper moeten
gedogen datde pijp van de schoorsteen van de
zijcamer vant huijs toebehorende de voorn[oemde]
erffgen[aemen] van de heer Romeijn de Hooge alsmede
de op en uijtgang in de schoorsteen staende in de...
grote zijcamer van desen huijse, soo en in dier voegen.
Als het jegenwoordig is zal moeten blijven, verders ....
Al vrij en[de] voorts sulx en[de] in allen schijn als ‘t
V[er]cogte ter plaetse voors[eijd] gelegen is, de heer
Vercoper in q[ualit]e voors[eijd] heeft toebehoord en[de] de
oude brieven mede brengen.
Om ... ix M [9000] caroli guldens te betalen op de .......
achtereenvolgende meijen dagen [= 1 mei] waervan
meijendag 1715 d'eerste geweest is telkens
een geregt derde part.precijs ofte bij
gebreke. Van duen intrest tegens den penn[ing [-] [wsch, staat hier een getal, nl rentepeercentage]..
Actum den 15 meij 1715
W.j. Spies
1726 21 mei. Verkoop aan mr. Guldewagen
De heer abraham alardin bediende
des goddelijks woorts binnen dese stad draagt op tot
eene vrij en eijge aan de heer mr dammas guldewagen
secretaris van de ed. groot achtb. heeren burgermeesters
ende regeerders van deselve stad, een huijs mette erve,
staande ende leggende op de nieuwe heregragt,
met een thuijn daer achter, en verders een woon en pak
huijs, welk pakhuijs althans tot een stallinge is ge
approprieert, en boven voorsien met bequame camers
tot hoijsolders of andersints streckende tot aan de
ridderstraat, belent van vooren tot achteren ende ten oosten
de heer jacob craijesteijn ende ten westen d' erfgename van
mr romeijn de hoge, al vrij, en voorts sulc
ende in alles so sijnde. als t voorz verkogt ter plaatse voorz
gelegen is, de heer verkoper heeft toebehoord ende de
oude brieven en andere bescheijden. daar
van sijnde, den here coper over televeren mede brengende
sijn.
Om xI M caroli guldens te betalen contant gelt
actum den 31 maij 1726
1777 20 december. Verkoop aan mr. Johannes Prince
De wel ed. gestrenge heer mr. Hendrik
Samuel van Wickevoort Crommelin, secreta
-ris van de weeskamer en kleine bank van
justitie dezer stad, mitsgaders van de hoge
vierschaar van Kennemerland, etc. etc. als bij
acte in dato den 1e april 1761, voor den notaris
mr. Pieter Steijaart Sadelaar en getuigen alhier
gepasseerd, gestelde. en de wel ed. gestr, heeren
mr. Adolf Heshuijsen, regeerend schepen en de
raad etc. etc. en Cornelis Antoni Testart
griffier van de justitie en secretaris etc. etc.
beiden dezer stad, als bij acte in dato den 13e junij
1701 voor den heer mr, Cornelis Baart als nota
-ris en getuigen alhier gepasseerd, geassumeerde
executeuren van den testamente van wijlen den
wel edele gestrenge heer mr. Dammas Gulde
-wagen in zijn wel ed. leeven burgemeester en
raad dezer stad, bailliuw en stadhouder van de
leenen van Brederode etc, etc, en vrouwe Magda
-lena Crommelin in der tijd echtelieden, den 21e
maart 1751, voor wijlen den notaris Aalst de Bruijn
en getuigen alhier gepasseerd; dragen op in die
qualiteit tot een vrij en eijgen aan den wel
edelen heere mr. Johannes Prince,
woonende binnen deeze stad, een huis en erve,
staande en geleegen op de Eerste Nieuwe of Heere
-gragt, tusschen de Kruijs- en Jans-straat, waar
agter een stallinge voor zes paarden, een groot
en kleiner koetshuijs, belend ten westen de
heer Albertus Hodshon, ten oosten de heer
Willem Barnaart, agter streckende en met de
stallinge uitkomende in de Ridderstraat; alles
op en naar inhoud van de conditien & voorwaarden
van dato 15 november 1777. Al vrij en voorts
etc.
Om F 6060-.- contant geld
actum den 20e december 1777.
1796 13 juli. Verkoop aan Jan Willem Druijvesteijn
Johannes Mattheus Guepin, makelaar in
vaste goederen alhier, als ten deeze speciaalijk gevolmagtigd
door Mr Johannes Prince, woonende binnen deeze stad,
bij procuratie den 1ste julij 1796, voor den notaris Gerrit Kok
Junior en getuigen alhier gepasseerd, (ons bij d'orgineele grosse
geëthibeerd,) draagt op, in die qualiteit, tot eenen vrijen
eigen aan en ten behoeven van Jan Willem Druijvestein,
mede alhier woonachtig, een dubbeld huis en erve, staande
en gelegen aan de zuidzijde van de eerste Nieuwe of Heeren,
gragt, met een koetshuis en stalling voor zes paarden daar
agter, belend ten oosten de erven van wijle de weduwe
Willem Barnaart, ten westen de erven van wijlen Albertus
Hodshon, achter uitkomende in de Ridderstraat; alles volgens
de conditien & voorwaarden van dato 21 meij 1796. al vrij, en
voorts etc.
Om F 5520-.- contant geld
.Actum den 13de julij 1796.
Dit waren de transportakten.
Verkooppakten:
6 mei 1855
Van Hees. Opdracht tot verkoop.
Notaris Pieter Mabé.
22 juli 1877
Van Lennep - Blanken
F. 11.500
24 juli 1877
Van Lennep - Blanken
Veling. Opgehouden. F. 14005.
Haarlems dagblad
02 09 1896
19 november 1896
Blanken - Polman Mooij
Overdracht en Hypotheek.
F. 14.000