top of page
Huis Nieuw Gracht 1870

Anna Vooght

Weduwe van Jan Cruijwagen, Johannes Troost en Abraham van Buuren.

Twee keer twee lege kavels aan de Nieuwe Gracht.

1691 en 1693.

Eigenaresse Anna Vooght. Haar achternaam wordt ook geschreven als Voogt. Spelling was fonetisch en werd pas in de 19de eeuw gestandaardiseerd.

Hoewel het natuurlijk om Anna Vooght gaat begin ik met een schilderij waarop haar derde echtgenoot, Jan Cruijwagen, als klein jongetje afgebeeld is.

Meebeeck Cruywagen. Van Loo

Jacob van Loo 1642

"Onze" Jan, de toekomstige man van Anna Vooght, is het jongetje dat de bok vasthoudt.

Als Hendrick Meebeeck Cruijwagen (uiterst rechts) in 1623 te Amsterdam trouwt met Barbara Jans (naast hem), heeft hij het tamelijk eenvoudige beroep van zeilmaker. Daarnaast heeft hij een winkel in victualiën  (scheepsbenodigdheden). Financieel is Hendrick zeer succesvol en in 1642 kan hij met zijn gezin en schoonmoeder poseren voor deze hofstede aan de Uitweg, buiten de Haarlemmerpoort.

De hofstede erfde hij overigens van zijn rijke, doopsgezinde, schoonmoeder. Zelf was hij remonstrants. 

De familie Meebeeck Cruijwagen hoort bij de rijke bovenlaag die ’s zomers de hitte en stank van de stad konden ontvluchten naar een tweede huis. 

Wanneer Hendrick overlijdt bezit hij behalve de hofstede en nog drie stukken land daarnaast, het

woon-en pakhuis op de Singel, een huis en herberg op de Brouwersgracht, een huis bij de Sparendammerbrug

(nu Martelaarsgracht) en vier huizen in de Vinkenstraat die hij zelf heeft laten bouwen.  

Ze zijn genummerd en iedere zoon erft een deel van twee of meer nummers. Jan erft een gedeelte van de hofstede en van twee stukken grond ernaast en een gedeelte van het huis bij de Sparendammerbrug.

Anna verkoopt de hofstede met de hele inboedel en vee na de dood van Jan 1n 1681.

Het zeer infrormatieve verhaal naar aanleiding van dit schilderij;  'De familie Meebeeck Cruywagen' van  I.A. van Eeghen in het Maandblad Amstelodamum 49 (1962). De familie Cruijwagen wordt hier uitgebreid beschreven. 

1962_cruywagen_deel_1
1962_cruywagen_deel_2
1962_amstelodanum
1962_amstelodanum_2
1962_amstelodanum_3
1962_amstelodanum_4

Dan wordt het nu tijd voor de stamboom van de familie Cruijwagen.  Anna Vooght trouwde Jan Cruijwagen in 1672. Zij was toen al twee keer weduwe. 

Het was gebruikelijk in die tijd, zeker voor mannen, om na de dood van een partner snel te hertrouwen. Een weduwe kon ervoor kiezen alleen te blijven, vooral omdat ze dan, anders dan in omliggende landen, handelsbekwaam was. Na de dood van haar laatste man maakte Anna daar goed gebruik van. 

Nu, eigenlijk deed ze dat al eerder. Ze was niet in gemeenschap van goederen getrouwd met haar laatste twee mannen en heeft samen met tweede man Johannes Troost voor ieder de helft een huis in de Halsteeg gekocht. Later meer over haar kleine imperium in de Halsteeg.

Ook de zeven  kinderen van haar tweede man, Johannes Troost, die eerder getrouwd was met Anna Le Maire staan in de stamboom.

Ze hebben tenslotte allemaal bij vader en zijn nieuwe vrouw Anna Vooght in de Halsteeg gewoond. Twee van zijn dochters zijn allebei in 1664 overleden. Catharina van 18  in juni en in september Anna van 13 in Sloterdijk, waar ze ook begraven werd. Het rampjaar 1664 begon in mei met de dood van het eerste kind van Johannes en Anna, Barnardus van nog geen 1 jaar. 

Petruskerk te Sloterdijk 1663

De Petruskerk te Sloterdijk in 1663. 

Een jaar later werd Anna Troost (de eerste Anna van vader Johannes Troost) in deze kerk begraven.

Het kerkje staat er nog steeds, ingeklemd tussen de A 10 en de stadsuitbreiding van Amsterdam.

Het zou in 1668 worden gesloopt,  maar de rechter bepaalde dat de eeuwigdurende grafrechten die mensen in de zeventiende, achttiende en negentiende eeuw hadden gekocht toch echt voor eeuwig waren. Oneindig Noord Holland:

Hendrick Jansz Cruijwagen

Geboren 21 08 1598 Amsterdam

Overleden begin 1660

Zeilmaker en victualiënhandelar.

(Handelaar in scheepsbenodigdheden)

Trouwt

21 04 1623  Amsterdam

Barbara Jans Mastenbroek

Begraven 26 04 1650 Noorderkerk

Ze kregen 12 kinderen, waarvan er zes volwassen werden.

stamboom cruijwagen
stamboom Troost.jpg

Roddels en achterklap ( en andere interessante dingen) naar aanleiding van deze stamboom:

1) Jacob Cruijwagen zou een onecht kind verwekt zou hebben bij de dienstbode. Hij en zijn broer Jan (Jan was samen met Cornelis de voogd van Jacob) woonden toen op de hofstede aan de Uitweg. Helaas was het waarschijnlijk meer dan een roddel, gezien deze officiële akte uit april 1672. Desondanks trouwde Jacob later een keurig meisje en kreeg een goede baan in Weesp. Het huwelijk bleef kinderloos,  maar ze namen Cornelis, de zoon van Elisabeth de Ringh in huis en waarschijnlijk ook Hendrick, de zoon van Anna Vooght. 

2) Elisabeth de Ringh, tweede vrouw van Cornelis Cruijwagen, werd op latere leeftijd geestesziek. 

Haar zoon Cornelis Meebeeck, kunstschilder, kreeg rechtzaak na rechtzaak van haar te verduren. Zo dacht ze dat hij haar stiekem als naaktmodel had gebruikt en de hele stad haar nu van dat schilderij herkende. Ze zette hem het huis uit, en probeerde hem gevangen te laten nemen. Notaris Cornelis van Buuren (zoon van Anna Voocht) spande namens hem een rechtzaak aan omdat ze zijn vaders erfenis weigerde uit te betalen. Cornelis werd opgevangen door oom Jacob Cruijwagen. Hij stierf jong, in 1690, en liet weinig werk na. Wel werd hij met veel egards begraven. (5 1/ 5 uur beluidt). Ze benoemde haar vier kinderen tot erfgenamen in 1677. In 1695 verkocht ze het huis  'daer de Cruijwagen uithangt' op de Brouwersgracht, wat wat geld opbracht. Maar toen was alleen dochter Barbara nog in leven. Zelf trok ze op het eind van haar leven rusteloos tussen Den Haag, Delft, Haarlem en Amsterdam. Lees hier over haar wanen en rechtzaken tegen haar zoon Cornelis Meebeeck: (Inclusief boedelinventaris van Cornelis)

3) Dochter Barbara Meebeeck Cruijwagen trouwde met Jan Troost, oudste zoon van Cornelis Troost en Sara van Eersel. Zij kregen vier kinderen waarvan alleen de later wereldberoemde kunstschilder Cornelis Troost volwassen werd. 

cornelis_Troost_zelfportret_1745

Cornelis Troost. Zelfportret uit 1745.

Cornelis Troost werd geboren op 8 oktober 1696 in Amsterdam en twee dagen later in de Zuiderkerk
gedoopt. Troost werkte aanvankelijk als acteur in de Amsterdamse Schouwburg en trouwde in 1720 met toneelspeelster Suzanna Maria van der Duyn.  Ze kregen vijf dochters. Eén daarvan was Sara Troost, die net als haar vader een carrière maakte in de schilderkunst.

4) Jan Troost. Gedoopt 25 11 1671. Trouwt  1) 19 02 1695  Amsterdam Barbara Meebeeck Cruijwagen.  (Hij uit de Pieter Jacobs straat, zij uit Den Haag). Ze kregen vier kinderen:

1695 Cornelis, wordt nog geen 1 jaar. 1696 De later beroemde kunstschilder Cornelis Troost, 1698 Sara Elisabeth. 1699 Jan (nr 1).
In 1696 wonen ze op de Reguliersgracht. Barbara wordt begraven 15 12 1699 in de Nieuwe Kerk komende uit de Voetboogstraat.

Johannes Troost trouwt 2) 23  05 1700 Buiksloot Aletta van der Beek  (Utrecht ca. 1668 - Sloterdijk 1720). Johannes woont nu op de Binnen Amstel. 
Kinderen:
- Tweeling Johanna en Casparus 12 01 1701.Jan (nr 1) wordt begraven 19 08 1701 en Johanna 30 08 1701 (Beiden komen van de prinsengracht over het Deutzenhofje). Ook Sara Elisabeth uit het eerste huwelijk wordt begraven 12 10 1701. - Jan (nr 2) 04 11 1703. - Tweeling Philip en Samuel 17 06 1705.

Philip begraven 14 07 1707. Jan (nr 2) en Samuel begraven  25 07 1707.
Casparus vertrekt 19 01 1717 met zijn vader op het schip Huis ten Donk als 'Jongen' (manusje van alles). Overlijdt op zee 06 02 1723

Jan Troost begon zijn carrière als goudsmid. Daarna was hij jarenlang curator van desolate boedels. In 1706 neemt hij twee mensen in dienst, waaronder Matthias Brouwer, getrouwd met Anna Troost, dochter van Anna Vooght. In 1711 zijn de rollen omgedraaid en komt er een deurwaarder aan zíjn deur (Hij woont nu op de Bloemgracht). Die krijgt het klassieke antwoord van de dienstmaagd:  "Meneer is niet thuis, maar ik zal de boodschap overbrengen". Vanaf 19 01 1717 assistent koopman bij de VOC op het schip Huis ten Donk. Overlijdt op zee 24 04 1719

5) Tenslotte iets over de zeer aanwezig zijnde voogd van de 7 kinderen van Johannes Troost en Anna Le Maire. Adriaen Bubbenius was getrouwd met de zus van Johannes Troost; Maria, en dus hun aangetrouwde oom. Hij was rector van de Latijnse school in Breda. Dat klinkt gewichtig maar uit betrouwbare bronnen blijkt dat hij niet tegen zijn taak opgewassen was. Hij werd gedegradeerd tot conrector en na een niet nader benoemd schandaal met een dienstmaagd zou hij worden ontslagen, ware het niet dat hij net op tijd zelf eervol ontslag nam. Dit was in 1656. Niet lang hierna gingenhij en zijn vrouw naar Amsterdam. Uit het tweede testament van Anna Vooght blijkt dat er nogal wat processen gevoerd moesten worden i.v.m de erfenis van haar dochter Anna Troost. Ik heb het idee dat Bubbenius daarachter zat.

PS zijn broer Thomas was predikant te Zevenhuizen en werd in 1676 afgezet wegens veelvuldige dronkenschap.

Lees hier meer over de carrière van  rector Bubbenius

cruijwagen singel2 Amsterdam anno1905

Singel 2 in 1905.

De gevelsteen met de

Kruiwagen is te zien

boven de eerste

pakhuisdeur op de

eerste verdieping.

gevelsteen de Kruiwagen Singel 2 Amsterdam
brouwersgracht53 Amsterdam totaal

Brouwersgracht 53

Gevelsteen in grijs 

pand hoog onder

zolderraam

Brouwersgracht 53 Amsterdam

Hendrick Cruijwagen en de Kruiwagens

Hendrick werd in 1598 geboren  als zoon van Goossen Meebeeck en Aegen Tengnagel. Bij zijn huwelijk in 1623 noemt Hendrick zich Cruijwagen, naar zijn winkel in scheepsbenodigdheden op de Nieuwendijk, wat vanouds de Gulden Cruijwagen heette. Zelf ging hij met zijn gezin op de Singel 2 wonen. Hij had er aardigheid in om op al zijn huizen een gevelsteen met een kruiwagen aan te brengen. Ook zoon Jan was trots op de naam.

Het huis waar Anna en hij woonden in de Halsteeg heet in akten ook "Daer de cruijwagen in de gevel staet".  

Anna Vooght krijgt van hem een zilveren kruiwagentje. Ook hadden ze een een roemer  (wijnglas) in huis met daarin een kruiwagen gegraveerd. 

In deze tijd stonden achternamen nog niet vast. De oudste zoon van Hendrick,  Cornelis, laat zich weer Meebeeck noemen of Cruijwagen Meebeeck. Ook de spelling was fonetisch, zodat er heel veel varianten van deze naam zijn. 

Anna Vooght, het meisje uit hartje Amsterdam in de Gouden Eeuw

Amsterdam maakte in de tijd van  Anna's jeugd een enorme groeispurt door. Zij trouwde met haar eerste man vanuit haar ouderlijk huis op de Vijgendam.

Dit was letterlijk het hart van Amsterdam. Wat we nu de Dam noemen heette in die tijd nog de Plaetse. De Vijgendam heette eerst de Middeldam, precies daar is Amsterdam ontstaan. In 1611 werd achter de Vijgendam de eerste aandelenbeurs ter wereld gebouwd. Op de Plaetse begon toen zij een jaar of 22 was de nieuwbouw van het stadhuis (het huidige paleis op de dam). Op de Plaetse stond ook het waaggebouw. Tegenover hun huis was, verborgen achter het 'Huis met de zeilen',  de vismarkt. Het Damrak stond nog in open verbinding met het IJ. Dat was het water, woonde je op wat nu Damrak heet was het vroeger dat je  "Op het water" woonde. In haar tijd waren links op het Rokin de boek- en kaartenhandelaren en rechts in de Halsteeg (nu de Damstraat) voornamelijk meester schoenmakers. Maar ook veel luxewinkels, waaronder Franse winkels (voor de laatste Franse mode en mode accessoires). 
Werkelijk iedereen die in de stad moest zijn kwam hier langs. 

Johannes Lingelbach (1622 – 1674) De Dam met het Stadhuis in aanbouw 1656
De Dam met het Stadhuis in aanbouw (1636 - 1676) - Johannes Lingelbach

De Dam met het stadhuis in aanbouw.

Twee schilderijen van Johannes Lingelbach, 1656. 

waegh 1663 rechts vijgendam beurssteeg dam 12-20 links vismarkt

De Waegh in 1663. Links de toren van de Oude Kerk en de vismarkt. Rechts naast de waag van links naar rechts een stukje van de Vijgendam, de Beurssteeg (nu Rokin) en huizen op de Plaetse (nu Dam). De toren rechts is van het beursgebouw.  

Maker onbekend.

Over de Halsteeg en omgeving, waar Anna Vooght en haar familie woonden.

Atlas de Wit 1698

1)  De Halsteeg. Nummer 1 staat precies op de plek van het huis waar Anna         in 1681 woonde.

2)  Pieter Jacobszdwarsstraat

3)  Pieter Jacobszstraat

4)  Vijgendam

5)  De beurs (1611 - 1836) In 1668 verbouwd, hierbij verdween de toren.

6)  Het stadhuis (Start bouw in 1648, in 1665 helemaal klaar)

7)  Jan Roodenpoortstoren.  Afgebroken 1829.

8)  Nieuwe Kerk

9)  De Waag

10) Vismarkt aan het Damrak.

11) Pijlsteeg. Bestaat nog steeds maar loopt als openbare weg nu deels overkapt door het hotel Krasnapolsky.  

De kaart is uit Atlas de Wit, 1698

De Halsteeg was de belangrijkste winkelstraat van de oost-westverbinding door de stad. Al in 1595 was het zò druk dat de stad een verkeersregeling instelde. Het verkeer door de Halsteeg werd gereserveerd voor verkeer náár de Dam en de parallel lopende Pijlsteeg voor verkeer vàn de Dam.

In de Halsteeg golden nog meer stedelijke keuren met betrekking tot het verkeer. Zo diende de rijweg elke dag gereinigd te worden van afval en obstakels, dat moest ’s ochtends uiterlijk een uur na het luiden van de poortklok afgerond zijn. www.theobakker.net

In 1868 werd alle bebouwing tussen de Hal-en Pijlsteeg gesloopt om de weg te kunnen verbreden. De Halsteeg werd vanaf nu Damstraat genoemd.

Oude_Huizen_aan_de_Oudezijds_Voorburgwal_bij_de_voormalige_Halsteeg

De Halsteeg vòòr de verbreding tot Damstraat, gezien richting oost.

Foto Andries Jager (1825-1905)

De huizen in de Halsteeg van Anna Vooght

Het lastige is dat er nog geen straatnummering was en huizen meestal aangeduid werden met de namen van de buren, of, handiger, zeker in een winkelstraat als de Halsteeg, met het uithangbord of de gevelsteen. 

Met  Abraham van Buuren, haar eerste man, komt Anna terecht in de Halsteeg. Hier sterft Abraham in december 1661. Volgens het begrafenisregister staat het huis bij de Varkenssluis (brug naar de Oude Doelenstraat). Dit is een ander huis dan waar Anna in 1681 haar testament schreef.

18 januari 1670, een paar maanden voor de de dood van haar tweede man Johannes Troost, kopen hij en Anna samen voor ieder de helft nog een huis in de Halsteeg. Dit huis heet naar het uithangbord 'De Vergulde Leest'. Johannes sterft in september 1670 komende uit de 'Halsteegh op de hoeck van de Pieter Jacobstraet'. Dit is niet al te nauwkeurig, het moet sowieso de Pieter Jacobszdwarsstraat zijn.   

Met haar laatste man, Jan Cruijwagen, woont ze in de Halsteeg 'Daer de Cruijwagen in de gevel staet'. Jan heeft dus net als zijn vader een gevelsteen met kruiwagen laten aanbrengen! Dit lijkt weer een ander pand, want is gelegen recht tegenover de Pieter Jacobszdwarsstraat. Misschien is dit vanouds 'de Beker' waar samen met  'De Leest' sprake van is in het laatste testament van Anna uit 1691. Hier woonde ze  toen ze haar eerste testament schreef in 1681. 

Jan sterft in de Halsteeg (geen nadere plaatsbepaling) in januari 1681. In februari 1681 is het huis 'De Vergulde Leest' eindelijk helemaal afbetaald.

Een jaar later, in maart 1682,  koopt  weduwe Anna het huis 'De Vogelenzang uithangend'.  Dit huis staat schuin over de Pieter Jacobszdwarsstraat en naast 'De Vergulde Leest' want ze delen dezelfde achterburen, waaronder Jan Jacobsz, banketbakker.

In november 1687 koopt ze een laatste huis in de Halsteeg, ook aan de noordzijde. Dit is het huis  'waer van outs uijtgehangen hadde de Vergulde Star, en als nu uijthangt de Drie Tassen'.

In het laatste testament van 1691, toen Anna al buiten Amsterdam woonde, waren alleen nog de 'Beker' en de 'Leest' over. Ze was vooral gehecht aan de 'Beker' wat alleen in uiterste nood verkocht mocht worden. Die uiterste nood kwam al in 1709, maar daarover later. Zoon Cornelis inde de huren van de panden, en verdeelde het geld, maar moest in 1692 in een akte verdedigd worden door Anna, omdat anderen (zijn geliefde broer en zusters?) zijn oprechte handelen in twijfel trokken. Ook daarover later meer. Let wel: De Halsteegh was een belangrijke winkelstraat en de huren waren hoog.

Samenvatting huizen in de Halsteeg: 

Huis met eerste echtgenoot Abraham van Buuren bij de Varkensluis

Huis met tweede echtgenoot Johannes Troost 'De Vergulde Leest' Wordt in akten "De Leest' genoemd. Later 'De Baers'

Huis met derde echtgenoot Jan Cruiwagen 'De Beker' Met gevelsteen met kruiwagen. 

Huizen na dood derde echtgenoot "De Vogelenzang' en 'De Drie Tassen', de laatste heette later 'Amsterdam'. 

De mannen van Anna Vooght

anna_voogt_van_buren_ondertrouw_amsterdam_31_12_1655

Anna en Abraham van Buuren.

Ondertrouw 31 december 1655.

Hij is 24 en woont op de 

Oudezijds Achterburgwal.

Zij is 21 en woont op de Vijgendam.

Hij is ontvanger van de krijgsraad.

Abraham sterft in de Halsteeg. 

Hij wordt 17 december begraven in de Nieuwezijds Kapel.

troost_en_voogd_1681

Anna en Johannes Troost

Ondertrouw 3 november 1662.

Hij woont op de Heiligeweg binnen, Anna woont in de Halsteeg.

Johannes was eerder getrouwd met

Anna Le Maire (in 1643). Hij woonde toen in de Kalverstraat en was boekverkoper. Later werd hij ontvanger van de krijgsraad. 

Johannes sterft in de Halsteeg.

Hij wordt 26 september 1670 begraven in de Nieuwezijds Kapel.

cruywagen_anna_troost_Ondertrouw_op_30_maart_1696_te_Amsterdam

Anna en Jan Cruijwagen

Ondertrouw 30 april 1672. 

Hij is 39 en woont in de Houttuinen, zij is ook 39.

Zij was al zes maanden zwanger van Barbara. 

Jan was ontvanger van de krijgsraad.

Hij gaat bij Anna wonen in de Halsteeg en

sterft daar januari 1681. 

7 januari begraven in de Noorderkerk.

De eerste man van Anna Vooght was Abraham van Buuren. Met hem kreeg ze twee zonen, Cornelis  en Barent. Barent stierf jong. Cornelis werd notaris en een steun en toeverlaat van zijn moeder. Haar tweede man was Johannes Troost. Hij had al zeven kinderen uit een eerder huwelijk. Stiefzoon Cornelis en zijn zoon Jan hielpen Anna met berekeningen voor haar testament uit 1691. Cornelis had een "Franse" winkel.  

In het testament van Anna van 1691 staat een winkel vermeld met diverse Franse winkelwaren. Onduidelijk is of Cornelis er mee te maken had. 

Met Johannes Troost kreeg Anna twee zonen, allebei Barnardus genoemd. De eerste stierf voor zijn eerste jaar. Hij werd begraven vanuit de Halsteeg als 'kint onder den arm' in de Nieuwezijds Kapel. 'Kint onder den arm' betekent dat het kind letterlijk klein genoeg was om gedragen te worden wat de kosten van een baar en baardragers scheelde. De tweede Barnardus werd in een jaar of zes, misschien iets ouder. Het was te doen gebruikelijk om na de dood van een kind  bij het volgend geboren kind van hetzelfde geslacht dezelfde naam te geven. Soms komt dezelfde naam meerdere malen voor in een gezin en dat weet je dat alle voorgaande kinderen met die naam overleden waren. 

Daarna kwam dochter Anna, die als enige van haar kinderen met Johannes Troost volwassen werd.

Jan Cruijwagen was de derde echtgenoot van Anna. Met hem kreeg ze een dochter Barbara en zoon Hendrick. Dochter Barbara werd thuis remonstrants gedoopt (Jan was van huis uit remonstrants). Van Hendrick is het geboortejaar en doop onbekend. Na de dood van haar derde echtgenoot had Anna vier kinderen van drie vaders. In ieder geval met de laatste twee echtgenoten was ze op huwelijkse voorwaarden getrouwd. De twee oudste kinderen erfden behalve van haar ook van ieder van hun respectievelijke vaders.  Al haar mannen waren ontvanger van de krijgsraad. 

Ontvanger van de krijgsraad

De Schutterij bestond uit burgers, die opgeroepen werden tot dienst. In geval van oorlog maakten ze deel uit van de verdediging van de stad en bij relletjes en opstootjes traden ze op. Ze hielden’s nachts de wacht op de stadswallen (dat moest elke burger 2x per maand) en hielpen bij de bestrijding van brand.

Elke buurt had zijn eigen compagnie. In de tijd waarin de mannen van Anna Vooght leefden waren er 60 compagnieen..  

Ze bekwaamden zich in handboog, voetboog of klovenier (voorloper van de musket). In de Doelen werd geoefend. Een paar keer per jaar mochten ze in vol ornaat paraderen door de stad. Er werden ook schuttersstukken geschilderd, ter verfraaiing van de Doelen. De hogere officieren stonden apart model. 

Elke compagnie of ‘vendel’ werd geleid door een kapitein, een luitenant en een vaandrig. Alle vendels bij elkaar vormden vier regimenten, met een kolonel aan het hoofd. De vier kolonels en de zestig kapiteins vormden samen de Krijgsraad van de stad. 

Om dit alles te bekostigen werd wachtgeld (belasting) aan bepaalde bevolkingsgroepen geheven. Zij mochten of konden niet meedoen aan de Schutterij.

Dit waren bijvoorbeeld katholieken, joden, doopsgezinden, invaliden en mannen boven de zestig jaar.

Ook sommige beroepen waren vrijgesteld, zoals onderwijzers en predikanten. De ontvangers (vroeger 'knechten') inden het wachtgeld. 

De Grote Krijgsraad vergaderde twee keer per jaar. en stelden o.a. samen met de twee ontvangers de begroting op. De kleine krijgsraad was voor lopende zaken. De Grote en Kleine Krijgsraad hadden ieder een zaal in het nieuwe stadhuis. De twee ontvangers kregen per kwartaal uitbetaald door de kolonels. 

schutterij Amsterdam 1683

De Schutterij opgesteld voor het stadhuis

ter ere van de nieuwe burgemeesters in 

1683. Klik dit zo groot mogelijk, het laat de mensen uit die tijd zo goed zien in allerlei 

grappige tafereeltjes. Anna Vooght woonde

rechts, net buiten beeld, maar was er vast bij. 

Marot, D., Gole, Jacobus (graveur)

Romeyn de Hooghe 1696 1 kapiteyn 2 uytenant 3 vaandrig 4 schrijver 5 Ontfanger

Prent van Romeyn de Hooghe uit 1696. 

'Aan de Manhafte Schuttery van Amsterdam'

1) Kapiteyn 2) Luytenant 3) Vaandrig

4) Schrijver 5) Ontfanger

Romeyn de Hooghe was de buurman op

de Nieuwe Gracht. 

Zijn huis stond er al in 1688. 

De testamenten van Anna. 

Anna heeft ons twee testamenten nagelaten.

Het eerste testament is van 11 oktober 1681. Dat is negen maanden na de dood van haar laatste man.

Zijzelf en haar oudste zoon Cornelis waren toen 'ziekelijk'.  Als zij dacht dat haar einde naderde was het een goed moment voor een testament, vooral omdat de erfenis van de jongste kinderen nog niet geregeld was. Anna doet ontzettend haar best om al haar vier kinderen ongeveer evenveel na te laten.

Ook vraagt ze om Veniam Aetatis ( meerderjarigheidsverklaring) voor haar oudste zoon, opdat hij voogd over de andere kinderen kan worden. 

Jongens waren in die tijd meerderjarig met 25 jaar (meisjes met 21) en Cornelis was net 23. 

Het tweede testament van 21 april 1691 is bijzonder uitgebreid. We lezen in veelvoud over de bezittingen en schulden van haar en haar man zaliger Jan Cruijwagen. Ze heeft alles zelf genoteerd en ook alle goederen zelf getaxeerd. De reden waarom ze op dit moment een testament liet opmaken is onbekend. Volgens de notaris was zij op dat moment 'cloeck ende gesondt'. Wel woonde ze niet meer in Amsterdam, maar in de 'de vrije heerlijckheit van Noortwijck'. 

Helaas werd dit laatste testament ongeveer een maand voor zij de kavels op de Nieuwe Gracht in Haarlem kocht opgemaakt. 

Het eerste testament van Anna 11 oktober 1681 

Zie hier voor het volledige testament :

Jan Cruijwagen stierf begin januari 1681. Hij was ca 48 jaar. Tijdens het opmaken van het testament, in oktober, waren ook Anna en haar zoon Cornelis ziek. 

1678 en 1679 zijn jaren met bovengemiddelde sterfte in Amsterdam, bijna 10.000 doden gevolgd door een echte uitschieter. 

In 1680 zijn het weer oktober, november en december met de hoogste aantallen (ca 1.220, 1.424 en 1.600). Het zieken- en doodenboek van het Pest- en Gasthuis stelt het aantal zieken op 17.643 en 14.862. Was het soms een griepepidemie? Gevolgd door een strenge winter.  December 1680 en januari 1681 waren extreem koud. In 1681 vallen de meeste slachtoffers in het voorjaar; januari (ca 1.500), februari (ca 1.000) en maart (ca 900).

Oversterfte, begraafplaatsen en begraafregisters; Amsterdam (1650-1700) Taco Tichelaar

Hoe en waaraan Jan ook stierf, hij werd begraven in de Noorderkerk in het graf wat zijn vader al in 1627 had gekocht. Uit het tweede testament van Anna weten we wat zijn begrafenis en begrafenismaal kostte: (de notering is  guldens - stuivers - penningen)

Dootschult
Aen de kistemaker  F 19 - (inktvlek) - 8
Aen de backer  F 2 - 19 -
Aen de wijnkoper voor wijn  F 10
Aen de pastij backer voor een vinnehoen  F 5 - 6 - (=venaison = wildbraad)
Aen de dragers sestien ducatons  F 50 - 8 -
Aen de aensprekers  F 25
Aen de gravemaker  F 11 - 5 -
Aen de aelmoesseniers  F 29
Aen de aensprekers  aen haer voor verschot van rouwgoet en betaelt  F 26 - 8 -

Aen Valckenburgh voor wijn betaelt  F 25 - 19 - 8

Zoals al gezegd doet Anna haar best om al haar vier kinderen een behoorlijke som geld na te laten en te zorgen dat ze bij elkaar zouden blijven.

De oudste twee, Cornelis van Buren en Anna Troost, hadden al geërfd van hun vaders. Ze laat voor hen apart twee testamenten opmaken. Daarin moeten ze ook, mocht zij als moeder overlijden, zorgen voor elkaar.  

Haar twee jongste kinderen, Barbara en Hendrick Cruijwagen, krijgen geld uit haar persoonlijk bezit,  ieder tweeduizend gulden.

De erfenis van hun vader was nog niet afgerond maar waarschijnlijk had hij bij zijn overlijden meer schulden dan geld en goederen. 

Ze schenkt Anna Troost vier honderd gulden, ze erfde al  duizend gulden van haar vader. Cornelis was het beste af, met een erfenis van zijn vader van zesduizend gulden. 

Op dit moment is Cornelis 23,  Anna 14, Barbara 9 en Hendrick ongeveer 6. Ze vraagt om een meerderjarigheidsverklaring voor Cornelis, zodat hij voogd kan worden over zijn broer en zusjes. Verder benoemd ze als voogden haar broer Isaack Vooght en mr. Wibrandus Laurentius, advocaat. 

Deze laatste kocht in augustus 1681 voor  3.201 gulden een buitenplaats in Delft "Reineveld"  (voormalig Leprooshuis). Hij wordt in het testament beschreven als  'haer goede bekende vrindt'. Altijd handig, een vriend met veel geld. 

Na alle geldzaken worden ook de persoonlijke goederen van Anna verdeeld. Zoals te doen gebruikelijk al de kleren en sieraden die zij droeg en ook het beddegoed. Dochters Anna en Barbara moeten voor de helft delen:  

item aen de meer genoemde Anna Troost ende Barbara Kruijwagen, met hen om dese voorde helfte gedeijlt te worden alle hare testatrices klederen, soo van linnen, wollen zijde als andere stoffen van kleden, tot hare testatrices lijve en lijfsgebruick behorende (...)

item aen de voorz. Barbara Kruijwagen nogh testatrices silver tuijghje, een gouden ringh met seven diamantjes beset. ende een gouden ringh met een

geele steen.

item aen de voorn. Barbara Cruijwagen en Henrick Kruijwagen nogh te samen, drie paer slaep- laecken twee paer sloopen ende een paer peuluw- laecken welcken gekomen van hare behuwt moeder Barbar Kruijwagen. 

Over het zilveren tuigje (of chatelaine) wat Barbara zou krijgen: 

'Zilveren siernaaigerei, zoals een schaar, naaldenkoker of speldenkussen, gold in de negentiende eeuw als een teken van vrouwelijke deugd. Vaak waren deze zilveren voorwerpen huwelijksgeschenken. In Friesland, West-Friesland en de Zaanstreek pronkten de rijke vrouwen ermee: het naaigerei werd goed zichtbaar gedragen aan een gordel, tuigje of ketting die met een haak aan de rokband hing. Zo’n chatelaine dateert uit de zeventiende-eeuwse stadsmode. Toen droeg de vrouw er echter nuttige zaken aan, zoals haar sleutels'. Zuiderzeemuseum

tuigje of chatelaine zuiderzeemuseum_enkhuizen 1767 - 1785

Tuigje of chatelaine 1767 - 1785

Zuiderzeemuseum Enkhuizen

Over het beddengoed wat Barbara en Henrick zouden erven: een peuluw (peluw) is een lang, vaak cilindervormige onderkussen. Mooi is het dat de peluwlakens nog van hun oma Barbara van vaderskant waren. Zo spaarzaam werd er met kleding en beddengoed omgegaan. 

Het testament werd opgesteld binnen Amstelredamme ten huijse  van de voorn. juffr. Anna Vooght, gestaen in de halsteeg, over de Pieter Jacobs dwarsstraet.

Van het leven van Anna Vooght tussen 1681 en 1691 weten we eigenlijk alleen door haar tweede testament. Ze heeft van alles gedaan om haar kapitaal te vermeerderen, waarschijnlijk vooral voor de kinderen. De grens in de 17e eeuw tussen comfortabel leven en armoede was dun.

Zelfs als man met een goede baan kon het mis gaan. Zie bijvoorbeeld haar broer Isaack, in 1681 nog benoemd als voogd van haar kinderen.

Hij stierf rond 1694 en woonde de laatste jaren in Utrecht Zijn beroep was koopman en hij liet nogal wat schulden na (waaronder aan het Stadskinderhuys) zodat zijn vrouw Petronella Verhagen van schuldeisers gered moest worden door haar broer Pieter Verhagen.

De dochter van Pieter Verhagen trouwde later met de jongste zoon van Anna, Hendrick Cruijwagen. 

Of neem Maria Troost, haar jongste stiefdochter, wier kinderen in het armenhuis terecht kwamen...

Een goede manier om extra inkomsten te krijgen was het kopen, verkopen of verhuren van onroerend goed. Blijkbaar ging het Anna goed af.

Al tijdens het leven van haar laatste twee echtgenoten breidt ze haar mini imperium in de Halsteeg uit. Ze woont in een van de huizen en de anderen worden verhuurd. Een huurder die er heel lang woonde en er ook stierf was Jan Tusing, meester schoenmaker. In het testament wordt ook geproken over de huurder Engel Baers, nog een meester schoenmaker. Hij herdoopte het huis 'De Leest' in 'De Baers'.

De Halsteeg stond bekend om de goede schoenmakers. 

Samen met Jan Cruijwagen heeft ze in 1678 'De Leest' en 'De Beker' laten verbouwen:

De inventarientes twee huijsen genaemt de Leest ende de Beker van outs sijn herbout in den jare 1678 en daer door verbetert de somme
van tweeduijsent gulden  F 2000

Ze laten tijdens de verbouwing ook een winkel in een van de huizen in de Halsteeg maken:

In de winckel in de Halsteegh De winckelwaren bedragen na voorgaende specificatie te saemen de somme van twee duijsent drie hondert
dertigh gulden 13 stuijvers  F 2330 - 13 -
De gemaeckte houte winckel met alle sijn toebehoren van doosen plancken toonbancken & te samen voor  F 100

De winkelwaren zijn nog veel meer waard:

'diverse france winckel waeren waardigh de somme van twee duijsent gulden  F 2000 Aen contant gelt in verscheijde spetien de saame van vijfduijsentnegenhondert gulden  F 5900'

Ze kochten een stukje land in Halfweg:

Een stuckie landts beplant met boomen en een houte huijsie staende en gelegen bij Halfwegen Haerlem waerdigh vijfhondert gulden  F 500

Na de dood van Jan Cruijwagen verkocht anna de hofstede aan de Uijtweg dat we kennen van het schilderij. Ze maakte er goede winst op:

Een hofstede bestaende in een huijs, bergh ende met een beplantingh van een morgen landt met vrught boomen staende en gelegen op den uijtwegh met omtrent twaelf morgen landt daer achter, verkocht door de inventariente aen sr. Jan Nobel voor de somme van seven duijsent tweehondert gulden  F 7200

Ook de inboedel en levende have werd verkocht: 

Seven melck koeijen. Een pinck. Een kalf en een weijnigh hooij t samen voor  F 350

Twee jonge bruijne paerden  F 180
Een kleijn root paertie een kar met sijn kussen een ijssleetije met de thoom en toebehoren te samen voor  F 60
Een speelwagen met sijn kussens en vordere toebehoren  F100
Een zegenen vorder vistuijgh  F 9 - 9 -
Ses heele melck vaten, vier halve ende  twee melckemmers een juck acht mouten, een nap een karnvat ses starren

een karn-melcxkuijp. een kruijwagen te samen  F 50
Twee paerde bitten  F 6

Het tweede testament van Anna 21 april 1691 

Zie hier voor het volledige testament:

Het is nu tien jaar later.

Anna Vooght woont in in de vrije heerlijkheid van Noordwijk. Of dit tijdelijk is en waarom ze Amsterdam verlaten heeft is een raadsel.

In het testament, bij de vriendelijke uitsluiting van weeskamer en weesheren, een normale clausule in een testament, wordt gehint op Noordwijk maar ook op Haarlem 'ende alle andere steden of plaatsen daar haar sterfhuijs mogte vallen'. Hieruit blijkt ook dat Amsterdam voor haar geen optie meer is.

 

Zoon Cornelis is nu 32 jaar en ondertussen in 1687 notaris geworden. Vanaf 1689 tot en met 1692 heeft hij zijn kantoor in de Halsteeg. 

Daarnaast was hij al vanaf 1686 suppoost van de Bank van Lening.

Anna is bijna 23 en officieel volwassen, Barbara alweer 18 en de kleine Hendrick een jaar of 15. Geen van de kinderen trouwt tijdens Anna's leven. Cornelis trouwt zelfs nooit. 

Ik neem aan dat de twee jongste kinderen bij Anna waren en dochter Anna Troost bij haar broer Cornelis in de Halsteeg. 

Gezicht op Noordwijk Jan Vermeer van Haarlem 1676

Gezicht op Noortwijck 1676

Jan Vermeer van Haarlem

Het testament bestaat uit twee delen. Eerst het eigenlijke testament en dan een inventaris van alle goederen, roerend en onroerend die Jan Cruijwagen had ingebracht in het huwelijk. Daarna de goederen, roerend en onroerend die Anna had ingebracht. Dan de goederen, roerend en onroerend die zij samen in het huwelijk hadden verworven. Plus alle schulden en lasten betaald of nog openstaand.  

Het geeft een bijzondere inkijk in haar leven en huishouden. Alles, tot en met het vergiet uit haar keuken, staat beschreven. Zij heeft zelf als een volleerd schatster alle goederen getaxeerd. 

Het testament

Anna Vooght heeft meer aan de kinderen te verdelen dan in 1681. Dat heeft ze dus goed gedaan. 

- Anna Troost krijgt 1200 gulden. Er waren blijkbaar nogal wat moeilijkheden met de erfenissen van haar en haar (overleden) broer Barnardus en haar halfbroers en zusters uit het eerste huwelijk van Johannes Troost. Onduidelijk is wat het vermogen van Johannes zaliger was en wie er zo dwars lag. Uiteindelijk kregen Anna (en haar broer) volgens akkoord F. 1360 gulden. 

- Barbara en Hendrick Cruijwagen krijgen ieder 3000 gulden. 

Cornelis van Buren was volwassen, had een eigen inkomen en bovendien al 6000 gulden geërfd van zijn vader.

Hij wordt samen met Dirck Munter benoemd als voogd over de andere drie kinderen. In augustus 1693 wordt Dirck Munter in een akte genoemd als 'raad en out schepen en colonel' van Amsterdam. 

Ook zet ze 4000 gulden fidei commis vast op haar huis 'de Beker'.

'welck huijs en erve soo lange `t selve verbant geduijrt niet sal mogen worden verkocht of veralieneert dat mede de renten ende de vruchten van
deselve vierduisent gulden bij hare testatrices voorz. vier kinderen en derselven descendenten bij representatie ijder voor een gereght vierde part sullen getrocken en genoten werden ten waere dat ijmant van de voorz. kinderen of kints kinderen gedurende t voorz. verbant behoeftigh wierde
ofte in armoede quame te vallen dewelche als dan de volle renten en vruchten van deselve vierduijsent gulden ofte soo veel daer van sullen trecken en ge-
nieten als de nagenoemde executeurs sullen goet vinden.'

Verder nog:

aen Hendrick Cruijwagen haer goudt beurs van tweehondertvijftig gulden en aen Barbara Cruijwagen een roosijes ringh met 7 steenen en een paer
pendanten die sij draaght waerdigh ontrent eenhondertvijftig gulden.

Item aen haer voorz. twee dochters Anna Troost en Barbara Cruijwagen alle haer testatrices clederen van sijdt wolle en linnen tot haer lighaem behoorende en dat Anna Troost haer goude ringh waerdig ontrent tweehondert gulden en haer pinckringrtie rontom beset met kleijne diamantijes die sij
draeght sal behouden

De inventaris

Uit de inventaris kunnen we zien hoe haar huis ingericht was, wat ze droeg en waaraan geld uitgegeven werd.

Anna bracht heel wat schilderijen mee in het huwelijk met Jan. Daaronder een schilderij met de portretten van de drie kinderen Cornelis, Barnardus en Anna. Ook een portret van Johannes Troost, zijn vader Dirck Troost den ouden, en een van haarzelf (ik zou er een moord voor doen dat te zien). Verder o.a. werken van Ruijsdael en 'Een vroutije in een kamer' van de Hoogh. Ook had ze nogal wat van  Aert van der Neer. 

Pieter de Hooch Brieflezende vrouw 1664 westertoren

Brieflezende vrouw. Op de achtergrond

de Westertoren. 

Pieter de Hooch 1664

aert van der Neerlandschap bij maanlicht 1650

Landschap bij maanlicht

Aert van der Neer 1650

aert van der Neer maannacht in dorp 1660

Maannacht in dorp

Aert van der Neer 1660

Haar kleding, die Anna en Barbara zullen erven, is sinds haar derde huwelijk steeds fraaier geworden. Naast de gewone zwarte en rode rokken, mutsen, losse mouwen en (kant)kragen bezit ze nu ook o.a. 'Twee oostindische chitse samaeren  F 24'  (een samaar = lang vrouwenkleed sits =  bedrukt of geschilderd katoen, meestal met bloemmotieven),  een  'sijde vrouwe japonse rock  F 18 '

Ook heeft ze nu heel wat juwelen, waaronder 'Twee snoer paerlen om de hals twee dick  F 200 Een snoer dito om de handen  F 300'

Bijzonder is 'Een goudt geneeskettinghije  F 8'

In de inventaris bij de goederen die Jan Cruijwagen heeft ingebracht in het huwelijk vinden we bij het Ijserwerck naast o.a. een visspit en een loopspit ook 'Twee leeuwericx spities  F : - 3 -'  Zangvogels golden als een delicatesse.

En dan is er nog als allerlaatste een apart lijstje genaamd 'proceskosten'. Het gaat om notaris- en advocaatkosten, een deurwaarder, gijsel kosten en rapportgeld betaald aan de Hoge Raad. Helaas allemaal voor zaken die we niet kennen. Ook rond de afwikkeling van de erfenis van Anna Troost was blijkbaar nogal wat gedoe.

Van 1691 tot 1693  vinden we nog een paar levenstekenen van Anna. Op  19 augustus 1691 is ze in Noordwijk doopgetuige van Lijsbeth Hartog. 

(Vader Hendrick Hartog, Moeder Ingitie Arents) Ze wordt, heel ongebruikelijk, vermeld met als toevoeging 'weduwe van Jan Kruijwaegen'. 

En dan, eindelijk, het allerbelangrijkste: Twee vermeldingen in de 'Financiële administratie van de ontvangst Rekeningen van de verponding. 100ste en 'vergoeding' (= 200ste penning) in de Nieuwe Uitleg 1672-1724.'

Dit zijn de bewijzen dat Anna Vooght vier kavels in de Nieuwe Uitleg te Haarlem kocht. 

Na het opmaken van haar testament, in april 1691, kocht ze twee kavels. In 1693, voor haar dood in april van dat jaar, kocht ze nog twee kavels. 

nieuwe uitleg 12
nieuwe uitleg 17

Dan de laatste twee akten van Anna. Ze werden opgemaakt te Haarlem, waar ze toen woonde. De notaris is  Adriaen van Gellinckhuyse en de datum van  beide akten is 10 december 1692. 

Op huijden den 10e december anno 1692 comp.:
voor mij Adriaen van Gellinckhuyse nots.:
publiq bij den Hove van Holandt geadmitteert
binnen der stadt Haarlem residerende ende de
naegenoemde getuigen. mons.: Cornelis van
Buuren mede nots.: residerende tot Amsterdam
jegenwoordigh sijnde binnen desen stadt, de
welcke verclaert, met sijne moeder juffr: Anna
Vooght wed: van Jan Cruijwagen zal.: te hebben
gereeckent, ende geliquideert van den 27e april
a.:1691 tot dato deses toe, wegens goederen  en
gelden die hij compt.: van sijn voorn: moeder heeft
ontfangen gehadt voor sijne reeckeningen, waer hij
compt.: per slot schuldigh blijft de somme van
vijff hondert seven en twintigh gulden negenthien
stuijvers, aght penningen, als bij de gemelte reeckeningh
breder blijckt waer aen om cortheijts wille
wert  gerefereert, en dat op reeckeningh van
sijn vaders erffenisse,  ondert verbandt
als nae reghten, aldus gedaen en gepasseert
binnen Haarlem,  ter presentie van Jan Barentsz
ende Jan  Cornelisse as getuijgen

anna vooght december 1692 A
anna vooght december 1692 B

De twee akten van december 1692

Op huijden den 10e december a.: 1692 comp.: voor
mij Adriaen van Gellinckhuyse nots.: publiq bij den
Hove van Hollandt geadmitteert binnen der stadt
Haarlem residerende ende de nae genoemde getuijgen
juffr.: Anna Vooght wed.: van Jan Cruijwagen woonende
binnen dese stadt, de welcke verclaerde midts dese
dat haere soon Cornelis van Buuren mede nots.: tot
Amsterdam residerende ( van des tijt sijner bequaemheijt aff
gereckent  tot dato deses toe ) voor haer comp.: verscheijden
saken, en affaires hadde waergenomen ende verright
mitsgaders verscheijde somme van penninge, soo wegens huijs
huere van haere huijsen staende in de Halsteegh tot
Amsterdam, als mede van andere saken, ende  persoonen
soo die genaemt soude mogen wesen hadde ontfangen
van alle welcke  verrightinge, en ontfangen penningen
hij aen haer comp.: hadde gedaen, deughdelick raporten
reeckeningen, en restitutie, soo dat sij comp.: alle de
selve penningen en geene uijtgesondert tot dato, wederomme
heeft ontfangen  ofte vereffent, derhalve wel expresselijck
begeerende dat geene van haer comp.: andere kinderen
ofte jemandt van haerent wegen haerluijden broeder
Cornelis van Buuren voornt: over deselve verrightinge
en ontfange penninge niet sal, ofte sullen mogen lastigh
valen, ofte  molesteren in reghten, ofte daer buijten
in  geenderleij manieren, alsoo sij compt.: verclaerde dat
haer  ...  soon Cornelis van Buuren sigh altoos in alle sijne
verrightinge omtrent haer comp.:  eerlick,     ghdelick
heeft gedragen gelijck een gehoorsame soon toestaet te
doen versoeckende de comp.: dit te willen nemen
ad notam, om daer van te leeren  acte informa
om te strecken nae behooren; aldus gedaen, ende gepasseert
tot Haarlem, ter presentie van Jan Barentsz en
Jan Cornelisse als getuijgen

De eerste akte is een verrekening van goederen en gelden die Cornelis van zijn moeder had gehad van april 1691 tot december 1682.  De tweede akte is wat raar. Anna verklaart hierin dat haar zoon verschillende financiële zaken voor haar behartigde, waaronder het innen van de huren van de huizen in de Halsteeg. Hij heeft dit allemaal keurig en eerlijk gedaan. En nu komt het: geen van haar andere kinderen mag hem daarover lastig vallen of moedwillig hinder veroorzaken. 

Van de plannen die Anna  had met haar kavels weten we niets. Ook niet waar ze woonde in Haarlem. Misschien in de Wijngaardstraat van waaruit haar dochter Barbara Cruijwagen in augustus 1694 trouwde met Meijndert Prins. Dat was op een steenworp afstand van haar kavels. 

Op 21 april 1693 wordt Anna Vooght begraven in de Grote Kerk te Haarlem. Ze was 59 jaar.

Anna Vooght begrafenis groote kerk 18 april 1693

 

Haar naam staat

verde regel van boven

en in de 'reeckeningh van

de baardraagers' onderaan.

Begrafenisboeken Haarlem

Grote Markt 1700 van der Vinne

Grote Markt en Groote Kerk

te Haarlem in 1700 

Van der Vinne 

bottom of page